M2 NE Paragraaf 5.3 lezen (week 11)

M2 paragraaf  5.3
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M2 paragraaf  5.3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kent alle theorie van de paragrafen lezen hst. 1 t/m 4;
  2. Je kent de functies van de inleiding en je kan deze herkennen in een tekst;
  3. Je kent de functies van het slot en kan deze herkennen in een tekst;
  4. je weet wat een kernzin is en je kan hem herkennen in een alinea;
  5. Je kan een alinea samenvatten.

Slide 2 - Tekstslide

Week 11
M. Paragraaf 5.3 opdracht 1 t/m 16 
M. Paragraaf 5.3 opdrach 17 t/m 24
Boek van Maren Stoffels lenen en lezen

Slide 3 - Tekstslide

Planning
  • Les 1: herhaling en uitleg paragraaf 5.3 
  • les 2:   zelfstandig werken (opdr. 1 t/m 16
  • Les 3:  zelfstandig werken (opdr. 1 t/m 24)  + leesboek lezen 

Slide 4 - Tekstslide

Woordsoorten

Slide 5 - Tekstslide

Zou je in ons land dag en nacht in het bos kunnen overleven?
Wat is het zww in deze zin?
A
zou
B
kunnen
C
overleven

Slide 6 - Quizvraag

Ik besluit dat ik niet in het bos ga overnachten.
Wat is het zww in deze zin?

Slide 7 - Open vraag

In welke zin vind je de belangrijkste informatie.
Wat is in bovenstaande zin het vragend voornaamwoord?

Slide 8 - Open vraag

Wat vind je erger: honger of kou?
Wat is in bovenstaande zin het vragend voornaamwoord?

Slide 9 - Open vraag

Waar, wanneer, waarom, waardoor, hoe zijn vragende voornaamwoorden
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de vier aanwijzende voornaamwoorden?

Slide 11 - Woordweb

    Begrijpend lezen

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 13 - Tekstslide

Welke 4 manieren
van lezen ken je?

Slide 14 - Woordweb

Hier wordt de tekst afgerond
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 15 - Quizvraag

Hier wordt kort het onderwerp genoemd
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 16 - Quizvraag

Hier staat meer informatie over het onderwerp
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 17 - Quizvraag

In welke zin vind je de belangrijkste informatie van een alinea?

Slide 18 - Open vraag

In welk deel staat de minder belangrijke informatie in een alinea?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
boswachter Richard
B
overnachten in het bos
C
zwervers in het bos

Slide 21 - Quizvraag

Deze tekst is waarschijnlijk ... van een tekst, want er wordt een vraag gesteld.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
boswachter Richard
B
overnachten in het bos
C
zwervers in het bos

Slide 24 - Quizvraag

Tekst 2 is waarschijnlijk de ... want er staat een conclusie in.
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 25 - Quizvraag

Welke 3 signaalwoorden staan in bovenstaande tekst?

Slide 26 - Tekstslide

Welke 3 signaalwoorden staan er in de tekst?
A
ons, omdat, waar
B
omdat, maar, waar
C
omdat, maar, omdat
D
in, van, op

Slide 27 - Quizvraag

'Omdat' is een redengevend signaalwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

'Maar' is een opsommend signaalwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Welke 3 signaalwoorden staan er in de tekst?
A
ons, omdat, waar
B
omdat, maar, waar
C
omdat, maar, omdat
D
in, van, op

Slide 30 - Quizvraag

Welke 2 signaalwoorden staan er in bovenstaande tekst?

Slide 31 - Tekstslide

In deze tekst staan 2 signaalwoorden, welke zijn dat?
A
na, niets
B
bovendien, dus
C
besluit, dat
D
in, na

Slide 32 - Quizvraag

'Dus' is een concluderend signaalwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

'Bovendien' is een tegenstellend signaalwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Waarom kan het slim zijn om alleen de inleiding en het slot van een tekst te lezen?

Slide 37 - Open vraag

Uit welke tekstgedeelten bestaat een tekst in elk geval?
A
inleiding, kern, slot
B
inleiding en kern
C
inleiding en slot
D
kern en slot

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Aan welk signaalwoord herken je de conclusie?

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Waarom is het handig om voor een samenvatting de kernzinnen van een tekst te gebruiken?

Slide 43 - Open vraag

Week 11
M. Paragraaf 5.3 opdracht 5 t/m 16 
M. Paragraaf 5.3 opdracht 17 t/m 24
Boek van Maren Stoffels lenen en lezen

Slide 44 - Tekstslide