11.1 Eigenschappen en chromosomen

Startklaar
Startopdracht
1. Telefoon in de telefoontas.

4. Begin met ‘startopdracht’
2. Zitten volgens plattegrond.
3. Werkboek open, 
pen op tafel.
Het hoofdstuk heet: 
'Erfelijkheid'
Wat zou je graag willen leren dit hoofdstuk? Schrijf het op het wisbordje.
Op wisbord antwoord geven
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startklaar
Startopdracht
1. Telefoon in de telefoontas.

4. Begin met ‘startopdracht’
2. Zitten volgens plattegrond.
3. Werkboek open, 
pen op tafel.
Het hoofdstuk heet: 
'Erfelijkheid'
Wat zou je graag willen leren dit hoofdstuk? Schrijf het op het wisbordje.
Op wisbord antwoord geven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Welkom
  • Nieuwe stof uitleg 
'Erfelijkheid'.
  • Aan de slag/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat erfelijke eigenschappen zijn.
2. Je kunt uitleggen of je het fenotype kunt veranderen.
3. Je kunt uitleggen waar de informatie zit voor je eigenschappen.
4. Je kunt uitleggen hoe de eigenschappen op de chromosomen zitten.
5. Je kunt uitleggen of alle organismen evenveel chromosomen hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bekijk de vorige slide. Noem zoveel mogelijk erfelijke eigenschappen. (minimaal 5)

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bekijk de vorige slide. Op welke manieren hebben de mensen op de foto hun fenotype veranderd?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waar zitten je cellen?
A
Voornamelijk in je organen.
B
Overal in je lichaam.
C
Voornamelijk in je hersenen.
D
Alleen in je weefsel.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waardoor wordt je fenotype beïnvloed?
A
genotype
B
omgeving
C
jezelf
D
zowel A, B als C

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de beste omschrijving van chromosomen?
A
erfelijke eigenschappen
B
genen
C
opgerold DNA
D
opgerolde sliertjes in de celkern

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de beste omschrijving van het genoom.
A
Alle genen op je chromosomen samen
B
Al het DNA aanwezig in het lichaam
C
Heel het genotype samen
D
Heel het fenotype samen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waar in de cel bevinden zich de chromosomen?
A
In het cytoplasma.
B
In de celkern.
C
In het DNA.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel paar chromosomen heeft elke mens in zijn cellen?
A
23
B
46

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het fenotype wordt bepaald door de erfelijke eigenschappen en de omgeving.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Thijn heeft bij de supermarkt zaden van een moestuinplantje gekregen. Hij besluit de zaden in de potjes met grond te doen en geeft ze regelmatig water. De zaadjes ontkiemen en het plantje gaat groeien. Op het moment dat de zaadjes ontkiemen verandert het genotype van het plantje.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een gen is een deel van een chromosoom met de erfelijke informatie voor één erfelijke eigenschap.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een mens heeft 2 geslachtschromosomen en 46 andere chromosomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Een mens heeft 2 geslachtschromosomen en 44 andere chromosomen

Hiernaast zie je een deel van de chromosomenkaart van een mens.
Je ziet hier een deel van de chromosomen van een jongen.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Meiose vindt plaats bij vrouwen in de eierstokken.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
1. Maak deze LessonUp van 11.1 in de klas LessonUp.
2. Maak opdracht: 3, 4, 11, 12, 13, 18, 21 en kijk deze na! OF
3. Ben je toe aan wat meer uitdaging? Maak dan de Examentraining (blz.104) van je werkboek en kijk deze na.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies