Hoofdstuk 6 paragraaf 6.2 deel 1

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Terugblikken lesdoelen vorige les
  • Huiswerk bespreken
  • Lesdoelen 6.2
  • Instructie 6.2
  • Gezamenlijk  opgave 8 t/m 11  bekijken
  • Aan de slag met 6.2
  • Evaluatie lesdoelen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
Iedereen betaalt belasting
6.1 Je inkomen wordt belast
6.2 Hoeveel belasting betaal je?
6.3 Eerlijk zullen we alles delen
6.4 Iedereen betaalt mee

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen §6.1
  • kun je uitleggen waarom mensen loonheffing betalen en waar de loonheffing uit bestaat.
  • kun je uitleggen wat belastbaar inkomen, eigenwoningforfait en bijtelling is.
  • kun je uitleggen wat aftrekposten zijn.
  • kun je het belastbaar inkomen berekenen. 

Slide 4 - Tekstslide

Inkomstenbelasting betaal je over je:
A
bruto inkomen + aftrekposten
B
bruto inkomen
C
Belastbaar inkomen
D
belastbaar inkomen - kortingen

Slide 5 - Quizvraag

Door de aftrekposten
A
Wordt je belastbaar inkomen hoger waardoor je meer belasting betaalt
B
Wordt je belastbaar inkomen hoger waardoor je minder belasting betaalt
C
Wordt je belastbaar inkomen lager waardoor je meer belasting betaalt
D
Wordt je belastbaar inkomen lager waardoor je minder belasting betaalt

Slide 6 - Quizvraag

Voorbeelden van aftrekposten zijn
A
Arbeidskorting, pensioenpremie & hypotheekrente
B
Arbeidskorting & algemene heffingskorting
C
Arbeidskorting algemene heffingskorting & hypotheekrente
D
Hypotheekrente & pensioenpremie

Slide 7 - Quizvraag

De WOZ-waarde van de woning van Erdem is €195.000. Het eigenwoningforfait is 0,75%. De hypotheek rente is 2,75%
Hoeveel moet Erdem aan eigenwoningforfait bij zijn inkomen optellen?
A
€1.462,50
B
€146.250
C
€5.362,50
D
€3.900

Slide 8 - Quizvraag

Berekenen inkomensheffing 
(let op, er blijft er 1 over)
+
=
-
+
bruto inkomen uit arbeid
bijtellingen
aftrekposten
belastbaar inkomen
loonheffing

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De antwoorden op de vragen 8 t/m 11 noteer je in het lege schema onderaan de bladzijde. Rond alle  bedragen af op hele euro's in het eigen voordeelt.

Slide 13 - Tekstslide

Nu weten we het belastbare inkomen... wat nu?

Slide 14 - Tekstslide

Na de les:
  • Weet je hoe je de te betalen belasting in box 1 berekent. 
  •  Weet je welke belastingprincipes er zijn.
  • Weet je welk belastingprincipe Nederland heeft.

Slide 15 - Tekstslide

Schijventarief 

Slide 16 - Tekstslide

Progressief belastingtarief
Percentage belasting wordt hoger naarmate het inkomen hoger wordt.
Dus hoe hoger het inkomen, hoe hoger het percentage dat je aan belasting moet betalen.  

Slide 17 - Tekstslide

Andere belastingprincipes
Degressief tarief = belastingpercentage wordt lager naarmate het inkomen stijgt. 
Proportioneel tarief = belastingpercentage blijft altijd gelijk (ook wel vlaktaks)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag met 6.2

Maak opgave 1 t/m 5

Je hebt hiervoor 20 minuten de tijd.

Klaar?
Maak rekenopgave 1 t/m 7 op blz. 192

timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Bespreken opgave 1 t/m 5

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Weet je hoe je de te betalen belasting in box 1 berekent. 
  •  Weet je welke belastingprincipes er zijn.
  • Weet je welk belastingprincipe Nederland heeft.

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les


Maak rekenopgave 1 t/m 7 op blz. 192


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide