Paragraaf 2

Hoofdstuk 1: Stoffen
Paragraaf 2: Zuivere stoffen en mengsels
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: Stoffen
Paragraaf 2: Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Tekstslide

Mengsel en zuivere stof
In een zuivere stof zit maar één soort stof. Voorbeelden daarvan zijn suiker en zout.
De meeste dingen om je heen zijn mengsels. Ze bestaan uit meerdere stoffen. Een voorbeeld daarvan is cola. In cola zit onder andere water, suiker en koolzuur. Lucht is ook een mengsel, het bestaat voornamelijk uit de gassen stikstof en zuurstof.
Je kunt op het etiket van iets zien welke stoffen erin zitten. Daar staan dan de ingrediënten.

Slide 2 - Tekstslide

Soorten mengsels: oplossing
Als je suiker in je thee doet, dan lijkt het alsof de suiker verdwijnt. Dat is niet zo, want je proeft de suiker nog wel. We zeggen dan dat de suiker is opgelost. Thee met suiker noem je een oplossing.

Je kunt een oplossing herkennen aan hoe die eruit 
ziet. Een oplossing is altijd helder, dat betekent dat 
je er doorheen kunt kijken. Een oplossing kan een 
kleur hebben, maar dat hoeft niet.

Slide 3 - Tekstslide

Soorten mengsels: suspensie
Als je zand in water doet, dan zie je duidelijk dat het niet oplost. Als een vaste stof niet kan oplossen dan noemen we dat een suspensie.

Zo'n suspensie is altijd troebel, dat betekent dat je er niet doorheen kunt kijken. Na een tijdje zakt de vaste stof naar de bodem. Daarom moet je een suspensie altijd roeren of schudden voor gebruik.

Slide 4 - Tekstslide

Vind je dit nog lastig?
Kijk dan het volgende filmpje.

Snap je het wel? Sla dan het filmpje over en ga verder naar de rest van de uitleg.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Extraheren en filtreren
Als je koffie gaat zetten, dan giet je heet water bij gemalen koffiebonen. De geurstoffen en smaakstoffen uit de koffie lossen dan op in het water. Dat noem je extraheren

Niet alles van de gemalen bonen lost op. Je wil die stukjes uit je koffie halen. Dat doe je door de koffie te filtreren. De grote stukken blijven in het filter, de opgeloste koffie kan door het filter heen.
Wat in het filter achterblijft noem je het residu. Wat door het filter heen kan noem je het filtraat.

Slide 7 - Tekstslide

Filtreren
In het plaatje rechts kun je goed zien waar het residu
en het filtraat zitten.

Let op: veel mensen draaien het residu en het filtraat
nog wel eens om. Zorg ervoor dat je dat niet doet!

Slide 8 - Tekstslide

Vind je dit nog lastig?
Bekijk dan het volgende filmpje.

Snap je het wel? Dan kun je het filmpje overslaan en beginnen aan de opdrachten.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Aan de slag!
  • Lezen blz 22 t/m 24
  • Maken opgave 1 t/m 8. Maak de opgaven via de website, dan hoef je niet meer zelf na te kijken.

Slide 11 - Tekstslide