poezie

poezie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

poezie

Slide 1 - Tekstslide

Krant
De afspraak is dat je in een krant feiten leest.

Daar mag je vanuit gaan.

Slide 2 - Tekstslide

Roman
De afspraak is dat een roman een verzonnen verhaal is.
Dat weet je voor je 
eraan begint.

Slide 3 - Tekstslide

Als ik wil zeggen dat ik je wil
lukt het niet
Ik wil het schreeuwen over de daken
Dat ga ik doen!

Maar dan wel na sluitingstijd
in Madurodam

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw gedicht

Slide 5 - Tekstslide

Stijlfiguren
In dit gedicht
is geen woord
te veel

neem je er iets af
dan is het
niet meer heel

Slide 6 - Tekstslide

Stijlfiguren

Slide 7 - Tekstslide

Stijlfiguren
Het mooier maken van 
een tekst door iets op 
een bijzondere manier
te zeggen.

Slide 8 - Tekstslide

Stijlfiguren
Enjabement
Herhaling
Tautologie
Pleonasme
Paradox
Retorische vraag 

Slide 9 - Tekstslide

Enjambement

Het afbreken van een zin op een 
niet-logische plek.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom worden de regels halverwege afgebroken?

Om aan te geven waar de pauze ligt als je leest.
Er worden meerdere interpretaties mogelijk.

Slide 11 - Tekstslide

Herhaling

Woorden / zinnen worden herhaald om de woorden / zinnen extra nadruk te geven.

Slide 12 - Tekstslide

Je zoenen zijn zoeter - Judith Herzberg
Je zoenen zijn zoeter dan
zoeter dan honing en ik vind je
mooier en liever, liever
en aardiger nog dan de koning.
We gaan samen loggen
een eind hier vandaan
we maken van takken
van takken en blaadjes

Slide 13 - Tekstslide

Tautologie
Dubbelop
Vorm van herhaling door iets dubbelop te zeggen met 2 woorden die hetzelfde betekenen, om de woorden extra nadruk te geven.

Slide 14 - Tekstslide

Je mag me nooit ofte nimmer in de steek laten!

Gratis en voor niets.

Slide 15 - Tekstslide

Pleonasme
Vorm van herhaling door in een extra woord nog eens te zeggen wat al in een woord besloten ligt, om het extra nadruk te geven.

Slide 16 - Tekstslide

Paradox
Een schijnbare tegenstelling: wat elkaar lijkt tegen te spreken, blijkt toch te kloppen. 

Slide 17 - Tekstslide


De laatsten zullen de eersten zijn.

Hoe gespecialiseerder iemand is, hoe minder hij kan



Slide 18 - Tekstslide

Retorische vraag

Slide 19 - Tekstslide