Communicatie 8 Structurerende Ervaringsordening

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie

Bijeenkomsten

1. Intro module

2. Basis communicatie

3. Intake- en kennismakingsgesprek

4. Slechtnieuwsgesprek

5. Klachtengesprek

6. Lichaamsgebonden ervaringsordening

7. Associatieve ervaringsordening

8. Structurerende ervaringsordening

9. Vormgevende ervaringsordening

10. Communicatieprofiel maken

Lesdoelen

• Je herhaalt wat je vanuit de vorige les weet over TEO

• Je onderzoekt welke situaties bij jou leiden tot een probleem in de samenhang, en hoe je dit normaliter op zou lossen

• Je creëert aan de hand van een casus een interventieplan op de 4 delen van ervaringsordening

• Je stelt de vragen die je hierbij nog hebt

Bij de lichaamsgebonden ervaringsordening past de vraag:

Je maakt gebruik van één ervaringsordening tegelijk

1. Waar
2. Niet waar

Gehandicapten of mensen met dementie maken alleen gebruik van de lichaamsgebonden en associatieve ervaringsordening

1. Waar
2. Niet waar

01:33

Aan zijn gedrag te zien heeft deze meneer moeite met

1. lichaamsgebonden ervaringsordening
2. associatieve ervaringsordening
3. structurerende ervaringsordening
4. vormgevende ervaringsordening

Structurerende ervaringsordening

Vraag: Ken/begrijp ik de samenhang in een complexe situatie?

Problemen komen voor, bijvoorbeeld:

- Je wordt 2x achter elkaar gecontroleerd in de trein

- Bij thuiskomst kom je thuis in een stil huis

- Nieuwe docent vraagt verslagen via mail in plaats van via DulonOnline

Opdracht

Schrijf een situatie op waarin jij een probleem ervaarde in de structurerende ervaringsordening. 

Jij stelde jezelf de vraag: Ken/begrijp ik de samenhang in een complexe situatie? 

Het antwoord was 'NEE'.

Opdracht klassikaal (2)

Schrijf een situatie op waarin jij een probleem ervaarde in de structurerende ervaringsordening. 

Jij stelde jezelf de vraag: Ken/begrijp ik de samenhang in een complexe situatie? 

Het antwoord was 'NEE'.

Bespreek klassikaal. Herkennen jullie dit? 

Opdracht klassikaal (3)

Het structurerende deel is onveilig, er is een probleem. Het structurerende deel wordt dus dominant en gaat de andere delen inzetten om weer veilig te zijn. 

Hoe gebruik je de 2 overtuigingen om dit te doen?

• De werkelijkheid is stabiel - Van welke zekerheden kan jij op aan?
• Als ik wil kan ik de werkelijkheid veranderen - Welke mogelijkheden heb je om de situatie te veranderen?

Hoe zet je de andere 3 delen in om het probleem op te lossen?

• lichaamsgebonden deel (ik ben veilig, vrij van pijn en ongemak)
• associatieve deel (mijn omgeving is betrouwbaar)
• vormgevende deel (zelfvertrouwen, ik mag er zijn)

Casusopdracht

Stap 1. Lees de casus

Casusopdracht

Stap 1. Lees de casus

Stap 2. De cliënt uit deze casus heeft op een aantal van de ervaringsordeningen een probleem. Breng zelfstandig in kaart welke problemen er zijn, en noteer bij welk deel van de ervaringsordening dit speelt. 

Zie achterkant casus.

Casusopdracht

Stap 1. Lees de casus

Stap 2. De cliënt uit deze casus heeft op een aantal van de ervaringsordeningen een probleem. Breng zelfstandig in kaart welke problemen er zijn, en noteer bij welk deel van de ervaringsordening dit speelt. 

Zie achterkant casus.

Stap 3. Wissel  je uitwerking uit met 2-4 klasgenoten. Vul elkaar zo nodig aan.

Bedenk met elkaar een aantal interventies per ervaringsordening zodat de cliënt zich  veilig voelt, zowel lichamelijk, in de omgeving, in de samenhang en in zijn identiteit. Je mag ook interventies bedenken waarbij de cliënt hulp nodig zal hebben.

Casusopdracht

Stap 1. Lees de casus

Stap 2. De cliënt uit deze casus heeft op een aantal van de ervaringsordeningen een probleem. Breng zelfstandig in kaart welke problemen er zijn, en noteer bij welk deel van de ervaringsordening dit speelt. 

Zie achterkant casus.

Stap 3. Wissel  je uitwerking uit met 2-4 klasgenoten. Vul elkaar zo nodig aan.

Bedenk met elkaar een aantal interventies per ervaringsordening zodat de cliënt zich  veilig voelt, zowel lichamelijk, in de omgeving, in de samenhang en in zijn identiteit. Je mag ook interventies bedenken waarbij de cliënt hulp nodig zal hebben.

Stap 4. We wisselen klassikaal uit. 

Vragen?

Lesdoelen behaald?

• Je herhaalt wat je vanuit de vorige les weet over TEO
• Je onderzoekt welke situaties bij jou leiden tot een probleem in de samenhang, en hoe je dit normaliter op zou lossen
• Je creëert aan de hand van een casus een interventieplan op de 4 delen van ervaringsordening
• Je stelt de vragen die je hierbij nog hebt

Ja

Nee