03-02-2025

03-02-2025
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansBeroepsopleiding

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

03-02-2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mirar deberes
TB:
Slides 14, 15, 16: oefeningen maken
slides 18, 19: goed kijken
slides 20 t/m 24: "Het weer"¿Qué tiempo hace?p.83, ej. 13 a/b/c : kijken (In de les behandelen)
WB:
 p.87,ejs. 21, 22, 24
p.88,ej.25
p.88, ej. 27(advies geven)
p.89, 90: Reglas y Sistemas

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El gerundio : ESTAR + Gerundio ( tegenwoordig deelwoord)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ejemplos
1. Ik ben aan het luisteren.
2. Ben jij aan het werken?                  
3. Hij is aan het voetballen.
1. Wij zijn aan het eten.
2. Wat zijn jullie aan het doen?
3. Zij zijn aan het praten. 
Estoy escuchando.
Está jugando al fútbol.
Están hablando.
¿Estás trabajando?
Estamos comiendo.
¿Qué estáis haciendo?
slide 14

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué están haciendo?

jugar al tenis

leer un libro

hablar por el móvil

comer

dormir

estudiar


slide 15

Slide 6 - Tekstslide

1.está comiendo

2. está durmieno

3. está estudiando

4.está leyendo un libro

5.está hablando por el móvil

6. está jugando al tenis

a. escuchar música
b. correr
c. leer un libro
d. nadar
e. bailar
f. hacer la compra
g. beber leche/ un zumo
h. dar clase a los estudiantes
i. vender periódicos
j. jugar al tenis
k. ver la tele
l. comer hamburguesas
m. buscar un libro en la biblioteca
n. subir al avión

ejemplo:
15 a: Los chicos están escuchando música.
slide 16
¿Qué número falta?: ¿Qué está haciendo?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even alles op een rij.
Tot nu toe heb je verschillende constructies geleerd:
  • Wat je gaat doen.
  • Wat je moet doen. 
  • Wat je hebt gedaan.
  • Wat je aan het doen bent. 
ir + a + infinitief
tener + que + infinitief
estar + -ando/-iendo
haber + stam + -ado/-ido
slide 18

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat ziet er dan zo uit:

  • Mañana voy a estudiar.
  • Esta tarde tengo que estudiar. 
  • Ya he estudiado.
  • En este momento estoy estudiando.


  • Morgen ga ik studeren.
  • Vanmiddag moet ik studeren.
  • Ik heb al gestudeerd.
  • Op dit moment ben ik aan het studeren. 
slide 19

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El perfecto: HABER + PARTICIPIO (voltooid deelwoord)
El gerundio: ESTAR+ GERUNDIO (tegenwoordig deelwoord)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WB: 
p.87,ejs. 21, 22, 24
p.88,ej.25
  • ej. 22 (ejemplo 1)
Rosa, ¿has comprado el jamón?
* Sí, ya (al) lo (el jamón) he comprado ( perfecto)-> Sí, ya lo he comprado.
# No, todavía no (nog niet)  lo he comprado.
-No, lo estoy comprando ( gerundio) en este momento.// No, estoy comprándolo en este momento.
(ejemplo 2) met wederkerende werkwoorden
¿Se han bañado los niños?
* Sí, ya se han bañado.
# No, todavía no se han bañado.
- En este momento se están bañando ?// En este momento están bañándose.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TB: ¿Qué tiempo hace?
p.83, ej. 13 a/b/c
Voor het weer gebruik je de werkwoorden:
  • hacer
  • hay
  • estar 
  • llover (ue) / lloviznar 
  • nevar (ie)
WB:
p.87,ej.23

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:00
Bekijk La canción del tiempo tot 1.24 m. en  maak onderstaande zinnen af.

Hace ________________.
Hace ________________.
Hace ________________.
Hace ________________.
Hace ________________.
Está ________________.
No está ________________.
Está lloviendo.
Está nevando. 

.


De zon schijnt.
Het is warm.
Het is koud.
Het is fris.
Het waait.
Het is onbewolkt.
Het is niet bewolkt.
Het is aan het regenen.
Het is aan het ________________.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor weer is het vandaag?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WB:
p.89, 90: Reglas y Sistemas
p. 91: Test
WB:
p.88,ej. 26 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Panamericana
p.85, En Perú con Pilar
Leer

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué están haciendo estas personas?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TB: p. 87
Unidad 10: Tengo planes
El tiempo libre
  • actividades de tiempo libre 
  • hacer planes

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TENGO PLANES
TB: p. 87 Welke activiteiten ken je in het Spaans?
¿Qué haces en tu tiempo libre?    
¿Tienes aficiones?   



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TB  p. 87 ej.1a
 1. Me gusta (+infinitief) 
2. No me gusta nada/ odio (+infinitief) 
 3. Nunca he (+voltooid deelwoord) 
 4. No sé (+infinitief) 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 TB p.88, 2a: ¿Y si vamos a...?/ ¿Cómo quedamos? 
      ¿Qué van a hacer Teresa y María Elena?
                                                   voy
        Ir + a + infinitief          vas
                                                  va                              a          salir
                                                   vamos
                                                   váis
                                                   van

60
Quedar = afspreken

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deberes
Afmaken oefeningen slides 10, 11, 19
TB:
p. 87 Unidad 10: Tengo planes
 ej. 1a
p. 88, ejs. 2a/b
Woordjes leren
WB:
p.87,ej.23 ( slide 13)
p.88,ej.26 ( slide 17)
p.91, ej. 28 
p.93, ejs. 1a/b, ej. 2a

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies