Leesvaardigheid: Feiten, meningen en argumenten (H5)
Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op 'stil'?
Is je telefoon uit het zicht?
Liggen je boek, pen en papier op tafel?
Appelpop strikt grote namen: populaire Roxy Dekker en Froukje debuteren bij gratis festival
Meezingen met Anne-Fleur Vakantie of losgaan op Ik wil dansen? Het kan in september op de Waalkade in Tiel. Appelpop heeft een tweede reeks namen bekendgemaakt van artiesten die dit jaar op het muziekfestival spelen. Dit keer met opvallend veel grote namen die voor het eerst op het gratis muziekfestival spelen, zoals Froukje en Roxy Dekker.
Tessa Ariaans 02-05-24
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Ga rustig zitten (plattegrond).
Staat je telefoon op 'stil'?
Is je telefoon uit het zicht?
Liggen je boek, pen en papier op tafel?
Appelpop strikt grote namen: populaire Roxy Dekker en Froukje debuteren bij gratis festival
Meezingen met Anne-Fleur Vakantie of losgaan op Ik wil dansen? Het kan in september op de Waalkade in Tiel. Appelpop heeft een tweede reeks namen bekendgemaakt van artiesten die dit jaar op het muziekfestival spelen. Dit keer met opvallend veel grote namen die voor het eerst op het gratis muziekfestival spelen, zoals Froukje en Roxy Dekker.
Tessa Ariaans 02-05-24
Slide 1 - Tekstslide
Planning 3Kader
Week
Wat?
14 juni
Toets Lezen en Woordenschat H5H6
21 juni
Toets Artikel schrijven
25 juni
Leestoets + examenbegrippen
28 juni moeten de cijfers ingeleverd zijn!
Dus, geen toetsen missen!
Slide 2 - Tekstslide
Filmverslag
zie document
Slide 3 - Tekstslide
Onderdelen toets Lezen en Woordenschat H5H6
Onderwerp van een tekst.
Hoofdgedachte van een tekst.
Deelonderwerpen.
Kernzinnen.
Tekstverbanden en signaalwoorden.
Feit, mening, argument.
Doel van een tekst.
Layout.
Slide 4 - Tekstslide
Woordenlijst
Woordenlijst hoofdstuk 5 en 6 uitdelen.
Zie volgende dia.
Slide 5 - Tekstslide
lingecollege-my.sharepoint.com
Slide 6 - Link
Feiten, meningen
en argumenten
Slide 7 - Tekstslide
Aan het eind van de les:
Je weet wat een feit/mening/argument is.
Je kan een feit/mening/argument herkennen.
Je kunt bij elk een signaalwoord noemen.
Slide 8 - Tekstslide
Belangrijk, omdat...
Feiten en meningen kunnen herkennen in het dagelijks leven.
> Weten wat ''echt'' is en wanneer een mening "verpakt" wordt als feit.
Slide 9 - Tekstslide
nos.nl
Slide 10 - Link
Uitleg
Feit = staat vast
Mening = persoonlijk, wat iemand ergens van vindt
Argument = uitleg waarom je iets vindt of waarom iets zo is.
Slide 11 - Tekstslide
Signaalwoorden
Slide 12 - Tekstslide
quizizz.com
Slide 13 - Link
Stelling: Je moet zelf kunnen bepalen wanneer je in het schooljaar op vakantie gaat
Denk na over je mening en noem hierbij minimaal 1 argument (1 minuut)
Deel jouw mening en argument met buur (1 minuut)
Rood (oneens)/groen (eens): Beargumenteer jouw mening
Kijktip: Welk argument geeft...? Stel een verdiepende vraag
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
Zelfstandig werken 3Kader
Lees
de aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 108-109, opdracht 1
Hoe
samenwerken mag
Tijd
20 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat
Slide 15 - Tekstslide
Vragen?
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Wat weet je nu?
Feit: Is controleerbaar
Mening: Wat iemand vindt, niet controleerbaar
Argument: Onderbouwt een mening
Conclusie: Herhalen van feiten/meningen en argumenten
Signaalwoorden
Mening: Ik vind, hij/zij vindt, Ik ben van mening dat..
Argument: want, namelijk, omdat
Conclusie: dus, concluderend, dat betekent dat...
Slide 18 - Tekstslide
Na deze les,
wil ik...
de uitleg nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
Slide 19 - Poll
Ik kan goed onderscheid maken tussen feiten en meningen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 20 - Poll
Geef een voorbeeld van een feit + een mening met argument
Slide 21 - Open vraag
Feiten
Uitspraak over iets wat waar is of niet
Een feit is controleerbaar
Voorbeeld
De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.
> Je kunt controleren of dit waar is. > Zoeken in de krant, op internet.
Slide 22 - Tekstslide
Meningen
Wat iemand ergens van vindt
Een mening is niet controleerbaar
Je kunt het eens of oneens zijn met een mening
Je herkent een mening aan signaalwoorden: Voorbeeld
Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen
Ik vind dat..
Zij/hij vindt dat..
Ik ben van mening dat..
Slide 23 - Tekstslide
Argumenten
Een argument is een uitleg waarmee je een mening ondersteunt.
Je herkent een argument aan signaalwoorden:
Voorbeeld Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zijn met geld omgaan (argument)
Want
Namelijk
Omdat
Ik vind dit, omdat...
Zij vindt dat, want...
Slide 24 - Tekstslide
Feit
Mening
Er zijn 22 soorten aasgieren
Het heeft al een week niet geregend
Hij komt altijd op de fiets
Dat was een spannende film
Ik vind de zomer veel leuker
Zij vindt friet het allerlekkerst
Slide 25 - Sleepvraag
Mensen kunnen door de oorlog in Oekraïne de hoge gasrekening amper betalen
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 26 - Quizvraag
Alle jongeren zijn lui
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 27 - Quizvraag
Dit weekend was het warmste weekend sinds de metingen.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 28 - Quizvraag
Omdat ik een goed cijfer wil halen, maak ik mijn huiswerk.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 29 - Quizvraag
Even oefenen
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op.
Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk.
Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk!
Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.
Slide 30 - Tekstslide
Even oefenen (antwoorden)
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op.
Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk.
Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk!
Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
00:00
Schrijf een zin op die begint met: 'Ik vind...'
Voorbeeld: Ik vind dat mobieltjes in school verboden moet worden.
Slide 33 - Open vraag
00:21
Noem 3 dingen om vast te stellen of iets een feit is
Slide 34 - Open vraag
00:34
Schrijf een zin op waarin een feit staat.
Slide 35 - Open vraag
00:55
Signaalwoorden voor een mening zijn
A
ik vind, naar mijn mening, dat is zo
B
volgens mij, naar mijn mening, ik denk
C
ik denk, dat is zo, uit het onderzoek blijkt
D
ik verwacht, ik vind, volgens mij
Slide 36 - Quizvraag
01:18
Noem 3 signaalwoorden bij een argument
A
daarom, vanwege, ook
B
maar, echter, toch
C
want, omdat, immers
D
want, en, dus
Slide 37 - Quizvraag
Feit
Mening
Er zijn 22 soorten aasgieren
Het heeft al een week niet geregend
Hij komt altijd op de fiets
Dat was een spannende film
Ik vind de zomer veel leuker
Zij vindt friet het allerlekkerst
Slide 38 - Sleepvraag
Even oefenen
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op.
Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk.
Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk!
Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.
Slide 39 - Tekstslide
Even oefenen (antwoorden)
Schrijf van de volgende zinnen, de argumenten op.
Ik vind geel een mooie kleur, want als ik die kleur zie word ik vrolijk.
Omdat hij een mooie stem heeft, vind ik de muziek van Frans Bauer leuk!
Zij vind het leuk om te sporten, want dan kan ze haar energie kwijt.