Klas 3 > Fictie: tijd

                             Fictie
                                                           tijd
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

                             Fictie
                                                           tijd

Slide 1 - Tekstslide

Tijd in verhalen

Je kunt de tijd in verhalen op verschillende manieren beschrijven:

- In welke tijd speelt een verhaal zich af? > Wanneer?

- Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal?

- Wordt het verhaal in de juiste tijdsvolgorde verteld?

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer?
Je kunt een tijd aangeven door middel van een tijdvak of jaartal, maar er is meer over tijd te vertellen.
- Seizoenen
- Dag / nacht
- Kloktijden

Slide 3 - Tekstslide

Tijd in verhalen
Als je wilt bepalen in welke tijd jouw verhaal speelt, kijk je naar de volgende punten:
  • jaartal (Wordt er een jaartal genoemd?)
  • historische gebeurtenissen of personen
  • door gebruiken, gewoontes, voorwerpen of kleding
  • door de ruimte uit die tijd te beschrijven


Slide 4 - Tekstslide

Oefening
Je gaat luisteren naar een voorleesfragment. Bedenk in welke tijd het verhaal zich afspeelt. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

In welke tijd speelt dit verhaal zich af?
Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open vraag

Hoeveel tijd?
Hoeveel tijd gaat er voorbij in een verhaal? Een paar uur, een paar maanden of een paar jaar? 
Leg altijd je antwoord uit. 

Slide 8 - Tekstslide

Volgorde
De volgorde van de gebeurtenissen is ook erg belangrijk.

Chronologisch = De gebeurtenissen worden op volgorde verteld. Van het begin tot het einde. 
Niet-chronologisch = De gebeurtenissen worden niet op volgorde verteld (dus in werkelijkheid was de volgorde anders dan in het verhaal).

Slide 9 - Tekstslide

Volgorde
Flashback = fragment uit het verleden wordt teruggebracht
Tijdsprong = er wordt tijd overgeslagen

Slide 10 - Tekstslide

Oefening
Je gaat luisteren naar een voorleesfragment. Bepaal de volgorde. Is dit verhaal chronologisch of niet?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat was de volgorde van het verhaal?
A
Chronologisch
B
Niet chronologisch, want er zat een flashback in.
C
Niet chronologisch, want je weet al hoe het afloopt.
D
Je weet niet in welke volgorde het verhaal wordt verteld.

Slide 13 - Quizvraag

Je gaat een korte film (fictie) zien. 
Je mag tijdens het kijken aantekeningen maken.

Bepaal...
- wanneer het verhaal zich afspeelt, 
- hoeveel tijd er voorbij gaat 
- in welke volgorde het verhaal wordt verteld.
Leg al je antwoorden uit!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Wanneer speelt het verhaal af? Hoeveel tijd gaat er voorbij?
Wat is de volgorde?

Slide 16 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 17 - Open vraag