Argumentatiequiz
1 / 18
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Een correct synoniem voor het woord 'standpunt' is:
A
Feit
B
Stelling
C
Argument
Slide 2 - Quizvraag
Een stelling, of standpunt, onderbouw je met?
A
Feiten
B
Argumenten
C
Tegenargumenten
Slide 3 - Quizvraag
Een objectief argument kun je...
A
Wel controleren
B
Niet controleren
Slide 4 - Quizvraag
Als een argument 'valide' is, betekent dat, dat het argument:
A
Controleerbaar en waar is
B
Verzwegen maar wel duidelijk is
C
Subjectief en oncontroleerbaar is
D
Geldig en aannemelijk is
Slide 5 - Quizvraag
Zet de onderstaande argumentaties op volgorde van meest betrouwbaar naar minst betrouwbaar.
Meest betrouwbaar
Minst betrouwbaar
Medium betrouwbaar
Persoonlijke overtuiging of geloof
Ervaring
Controleerbare feiten of onderzoek
Slide 6 - Sleepvraag
Steeds meer mensen betegelen hun tuin, waardoor er waarschijnlijk uiteindelijk minder bijen komen.
Dit is een argument op basis van:
Dit is een argument op basis van:
A
Controleerbare feiten of onderzoek
B
Gezag of autoriteit
C
Vergelijking
D
Veronderstellingen of vermoedens
Slide 7 - Quizvraag
Je kunt beter tweedehands kleding kopen dan nieuwe, want dat is beter voor het milieu.
Dit is een argument op basis van:
Dit is een argument op basis van:
A
Ervaring
B
Vergelijking
C
Voorbeelden
D
Nut of gewenste gevolgen
Slide 8 - Quizvraag
Ik app nooit op de fiets want de boete is tegenwoordig wel e150.
Dit is een argument op basis van:
Dit is een argument op basis van:
A
Ervaring
B
Controleerbare feiten of onderzoek
C
Voorbeelden
D
Ongewenste gevolgen
Slide 9 - Quizvraag
Dit heet een:
A
Argumentatiestructuur
B
Argumentatieschema
Slide 10 - Quizvraag
Zo'n argumentatiestructuur heet:
A
Onderschikkend
B
Nevenschikkend
C
Enkelvoudig & onderschikkend
D
Nevenschikkend & onderschikkend
Slide 11 - Quizvraag
Van welk argumentatieschema is hier sprake:
Die leraar Engels is een goede leraar, want hij geeft heldere uitleg op een rustige toon.
Die leraar Engels is een goede leraar, want hij geeft heldere uitleg op een rustige toon.
A
Oorzaak en gevolg
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
Slide 12 - Quizvraag
Van welk argumentatieschema is hier sprake: Wekelijks sporten zorgt ervoor dat je je goed voelt, fit bent en dat je concentratie beter wordt.
A
Oorzaak en gevolg
B
Voor- en nadelen
C
Vergelijking
Slide 13 - Quizvraag
Van welk argumentatieschema is hier sprake: Het boek 'Ik ben El Diego' over Maradona is heel goed want alle recensies zijn lovend.
A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Voor- en nadelen
Slide 14 - Quizvraag
De prijs van e35 voor het kaartje voor het festival van vorige week is echt te veel geld want de muziek viel erg tegen. Ook kwam de hoofdact niet opdagen.
Wat is hier het standpunt?
Wat is hier het standpunt?
A
De prijs van e35 voor het kaartje voor het festival van vorige week is echt te veel geld.
B
want de muziek viel erg tegen
C
Ook kwam de hoofdact niet opdagen
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heet dit ook weer?
A
Argumentatiestructuur
B
Argumentatieschema
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heet dit ook weer?
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend
