Module werken in de zorg Module 6: 6.3 en 6.4

Samenwerken les 1 N3

Module 6 hoofdstuk 3 en 4
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Samenwerken les 1 N3

Module 6 hoofdstuk 3 en 4

Slide 1 - Tekstslide

Planning van vandaag

  • Behandelen theorie
  • Eventueel werken aan de opdrachten in thieme

Slide 2 - Tekstslide

Coördinatie en continuïteit van zorg


Coördineren

Overeenstemming
Samenwerking
Samenhang
Organiseren
Afstemming

Slide 3 - Tekstslide

Waarom moet je zorg coördineren?

Slide 4 - Woordweb

Continuïteit in de zorg
Zorg zonder hiaten, verschillende vormen van zorg zijn optimaal op elkaar afgestemd de zorgverlening loopt door.

Slide 5 - Tekstslide

Coördinatie van zorg
Regelen, afstemmen en op elkaar laten aansluiten van verschillende vormen van zorg rondom een zorgvrager. 

Afgestemd op de situatie, wensen en behoeften van de zorgvrager

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Overleg met je buurman/ vrouw:
Wat heeft verantwoordelijk zijn voor het zorgplan te maken met coördineren en continueren?
(Schrijf elk punt op een geeltje)

Slide 7 - Tekstslide

Continuïteit van zorg 

Continuïteit
op een dag
tussen afdelingen
tussen disciplines
tussen diensten
van dag tot dag
Hoe??

Slide 8 - Tekstslide

Leidinggeven in een organisatie
Leiding moet zorgen dat doelen behaald worden.
Plannen van korte, middellange en lange doelen.

Korte doelen: onderste lagen organisatie
Middellange en lange doelen: mensen die hoger in hiërarchie zitten. 

Slide 9 - Tekstslide

Korte termijndoelen
Overzichtelijk, kunnen binnen korte tijd worden bereikt.

bv. zorgen dat een zorgvrager binnen korte tijd naar huis kan, en weer gevuld kan worden door nieuwe zorgvrager

Slide 10 - Tekstslide

Middellange en lange doelen
bv. inkoop materialen
investeren in vastgoed

doelen zijn gedetailleerder uitgewerkt

Slide 11 - Tekstslide

Zelfsturende teams
Ontbreken van middenkader (=leidinggevende)
je neemt samen met team beslissingen op de gebieden waarvoor jullie bevoegd en verantwoordelijk zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Taken leidinggevende in de zorg t.a.v:
  • individuele zorgvrager
  • een groep zorgvragers op de afdeling
  • individuele medewerkers 
  • groep medewerkers op de afdeling
  • nieuw beleid
Is verantwoordelijk hoeft ze niet allemaal uit te voeren

Slide 13 - Tekstslide

Eigenschappen leidinggevende
  • Omgang met mensen (gemakkelijk contact maken, openstaan voor wat er leeft, inspelen op gevoelens)
  • taken (werk verdeling, overzicht hebben)
  • Persoonlijkheid (initiatieven nemen evenwichtigheid)

Slide 14 - Tekstslide

Formele leiders

Speciaal aangestelde mensen

Informele leiders betrekken bij nieuwe ontwikkelingen  
Informele leiders

mensen die niet speciaal zijn aangesteld.
Vooral als formeel leider niet zo op de voorgrond staat

Slide 15 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Leiders werken slimmer, niet harder

Slide 16 - Tekstslide

Waar of niet waar?
Leiders zijn altijd bijzondere, buitengewone mensen die aan de top van de organisatie zitten

Slide 17 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Leiders staan altijd vooraan en lopen voorop

Slide 18 - Tekstslide

Waar of niet waar?

Er bestaat zoiets als een typisch leider

Slide 19 - Tekstslide

Visie leidinggevende/ organisatie
Visie van de leidinggevende moet aansluiten op visie organisatie
2 Verschillende werkmodellen:
medisch model en sociale model

Slide 20 - Tekstslide

Medisch model
Hier wordt sterker taakgericht gewerkt. Van leidinggevende wordt verwacht dat hij initiatieven neemt, activiteiten coördineert, oplossingen voorstelt etc.

Slide 21 - Tekstslide

Sociale model
De mens staat centraal
Van leidinggevende wordt verwacht dat ze stimuleren, een open oog en oor hebben voor gevoelens van zorgvragers en medewerkers, bemiddelen bij conflicten etc.

Slide 22 - Tekstslide

Zelfsturing
Middel om de zorg dicht bij de zorgvrager te kunnen bieden, om direct in te spelen op individuele wensen, behoeften en problematiek.
teamleider is geen onderdeel van de hiërarchische structuur

Slide 23 - Tekstslide

Leiderschapsstijlen
Flexibel leiderschap
Autoritaire leider
Democratisch leider
Coachend leider
Laisser- faire

Slide 24 - Tekstslide

Autoritair leiderschap
  • Strakke wijze leidinggeven
  • 1 persoon is de baas
  • leidinggevende neemt zelf de beslissingen
  • geen/ weinig ruimte voor eigen inbreng
Meestal niet geliefd bij medewerkers

Slide 25 - Tekstslide

democratisch leider
  • actief meedenken en meebeslissen teamleden
  • aanpak gericht op overeenstemming in het team
  • leider denkt aan taken en wensen team
team is meer een eenheid 

Slide 26 - Tekstslide

Coachend leider
"hoe stel ik mijn mensen in staat het beste uit zichzelf te halen en zich te blijven ontwikkelen"
kenmerkend: vragen stellen

Slide 27 - Tekstslide

Laisser- faire
'laat maar waaien'
  • initiatief bij het team
  • leider passieve rol
  • onverschillig tegenover zijn rol als leider
  • doet iets als hem gevraagd wordt

Eigenlijk geen sprake van leiderschap

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Situationeel leidinggeven
  • Leidinggeven op taakgedrag
directieve stijl en begeleidende/ coachende stijl
  • Leidinggeven op relatiegedrag
ondersteunende stijl en delegerende stijl

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Welke manier van leiding krijgen past het beste bij jou en waarom?

Slide 32 - Woordweb

Vragen?

Slide 33 - Tekstslide