De Vectorvoorstelling van een Lijn

De Vectorvoorstelling van een Lijn
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Vectorvoorstelling van een Lijn

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de vectorvoorstelling van een lijn begrijpen en toepassen in wiskundige vraagstukken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de vectorvoorstelling van een lijn?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn vectoren?
Vectoren zijn wiskundige objecten die grootte en richting hebben. Ze worden gebruikt om posities en richtingen in de ruimte te beschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vectorvoorstelling van een Lijn
Een lijn kan worden voorgesteld door een startpunt en een richtingsvector. De vectorvoorstelling van een lijn is r = a + t * d, waarbij a het startpunt is en d de richtingsvector. t is een parameter die de positie langs de lijn aangeeft.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtingsvector
De richtingsvector d bepaalt de richting van de lijn. Het is niet uniek, maar verschillende vectorvoorstellingen kunnen dezelfde lijn representeren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing van Vectorvoorstelling
De vectorvoorstelling wordt gebruikt om punten op de lijn te vinden, afstanden te berekenen en snijpunten te bepalen met andere lijnen of vlakken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefeningen
Laten we nu oefenen met het opstellen van vectorvoorstellingen voor verschillende soorten lijnen en het oplossen van gerelateerde vraagstukken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
We hebben vandaag geleerd hoe we een lijn kunnen voorstellen met behulp van vectoren en hoe we deze voorstelling kunnen toepassen in wiskundige problemen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.