3HV Samentrekkingen
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
kippen- en groentebouillon
is een samentrekking op
is een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
D
weet ik niet
Slide 5 - Quizvraag
Bij een samentrekking op woordniveau laat je
A
een deel van een samenstelling weg
B
een woord weg
C
een zinsdeel weg
D
laat je niets weg
Slide 6 - Quizvraag
witte en bruine bonen
is een samentrekking op
is een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
D
weet ik niet
Slide 7 - Quizvraag
Bij een samentrekking op woordgroepsniveau laat je
A
een deel van een samenstelling weg
B
een woord weg
C
een zinsdeel weg
D
laat je niets weg
Slide 8 - Quizvraag
Zijn de samentrekkingen juist? Leg uit.
tuin- en bruine bonen
bruine en tuinbonen
tuin- en bruine bonen
bruine en tuinbonen
Slide 9 - Open vraag
Een weglatingsstreepje gebruik je alleen bij een samentrekking op woordniveau.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Bij een samentrekking op zinsniveau laat je een zinsdeel weg. Dit zinsdeel
A
mag een ander soort zinsdeel zijn.
B
moet hetzelfde zinsdeel zijn.
Slide 11 - Quizvraag
Die film is erg goed en wil ik niet missen.
A
de samentrekking is juist
B
de samentrekking is onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Waarom is de samentrekking onjuist? Leg uit.
Die film is erg goed en wil ik niet missen.
Die film is erg goed en wil ik niet missen.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Staat alle informatie aan het begin dan spreken we van
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 15 - Quizvraag
Mounir zit op zijn telefoon en luistert naar muziek.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 16 - Quizvraag
Mounir zit op zijn telefoon en luistert naar muziek.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 17 - Quizvraag
Er staan op het menu nieuwe hoofd- en nagerechten.
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau
Slide 18 - Quizvraag
Er staan op het menu nieuwe hoofd- en nagerechten.
A
voorwaartse samentrekking
B
achterwaartse samentrekking
Slide 19 - Quizvraag
Maak een zin met een samentrekking op woordgroepsniveau, achterwaarts.
Je mag geen voorbeeld uit de les gebruiken.
Je mag geen voorbeeld uit de les gebruiken.
Slide 20 - Open vraag
Maak een zin met een samentrekking op zinsniveau, voorwaarts.
Je mag geen voorbeeld uit de les gebruiken.
Je mag geen voorbeeld uit de les gebruiken.
Slide 21 - Open vraag
Ik snap het verschil tussen samentrekkingen op woord-, woordgroeps- en zinsniveau.
😒🙁😐🙂😃
Slide 22 - Poll
Ik snap het verschil tussen voorwaartse en achterwaartse samentrekkingen.
😒🙁😐🙂😃
