Les 8 pathologie spijsvertering

Les 8 pathologie spijsvertering
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 8 pathologie spijsvertering

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud les
braken
obstipatie
uitdroging
ondervoeding
vochtbalans



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Braken
  • In de hersenen bevinden zich twee zenuwcentra die de braakreflex in gang zetten. 
  • Braken is in veel gevallen een verdedigingsmechanisme van het lichaam om schadelijke stoffen kwijt te raken.
  • krampachtige beweging die tegengesteld is aan het normale slikmechanisme (antiperistaltiek +  buikspieren spannen zich sterk aan + het middenrif wordt vlakker + strotklepje (epiglottis) sluit)

Slide 3 - Tekstslide

Zenuwbanen zijn verbonden met evenwichtsorgaan en met de nervus vagus (= 10e hersenzenuw).
Nervus vagus = een lange zenuw die de hersenen verbindt met de organen in de borstholte en de buikholte, zoals de maag, darmen en lever.
Samenstelling van het bloed kan de receptoren van het braakcentrum (b.v. giftige stoffen) prikkelen.
Braakcentrum geeft signaal door aan...
- motorische zenuwstelsel: diepe ademteug, strotklepje sluit; buikspieren spannen sterk aan
- het sympathische zenuwstelsel: verhoogt polsslag, zweten.
- het parasympathische zenuwstelsel: verhoogde speekselvloed.

Tijdens de braakreflex ontspant de sluitspier van de maag naar de twaalfvingerige darm, waardoor de darminhoud de maag schoonspoelt en het sterke zuur deels neutraliseert. 

Tegelijkertijd ontspant ook de sluitspier naar de slokdarm, waardoor de maaginhoud samen met de darminhoud in één beweging naar boven wordt gestuwd.

Slide 4 - Tekstslide

Autonome zenuwstelsel = sympathisch en parasympathisch: gaspedaal en acculader
Wat zijn oorzaken
voor braken?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van braken
  • afwijkingen van het maag-darmkanaal en de interne organen. 
  • acute infecties: virusinfectie zoals buikgriep
  • bewegingsziekte: wagenziekte
  • vergiftigingen. 
  • hersenaandoening: hersenschudding of hersenontsteking
  • migraine
  • overmatige prikkeling van zintuigen. 
  • geneesmiddelen. 
  • hartafwijkingen. 
  • hormonale oorzaken b.v. zwangerschapsmisselijkheid
  • reflux
  • verstopping
  • psychogene factoren: hevige emoties







Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klachten
  • bleekheid
  • transpiratie
  • versnelde hartslag
  • overmatige speekselproductie
  • aandrang tot het laten gaan van ontlasting 

Bij persisterend braken kan dit leiden tot:
  • dehydratie
  • ondervoeding
  • ontregeling stofwisseling (metabole ontregeling): laag kaliumgehalte, hoge PH waarde, nierfunctiestoornis
  • scheurtjes in slokdarm (Mallory-Weiss-syndroom)
  • aspiratiepneumonie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke observatiepunten
bij braken?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Observatiepunten braken
  • Tijdstip braken;
  • Hoe vaak;
  • Hoeveelheid;
  • Wijze van braken: kokhalzend tot explosief;
  • samenstelling, geur en kleur braaksel:
- bloed: roestbruin of koffiekleurig of helder rood (maagzweer, maagcarcinoom, slokdarmspataderen)
- gal: geelgroen (galstenen, leverziekten, ontstekingen van de alvleesklier en bij ontsteking van het buikvlies (peritonitis))
- feces: afsluiting darmen = ileus (darmgezwellen, ontstekingen, een knoop in de darmen )
- waterig slijm (ontsteking of zweer)

  • dorst;
  • veel plassen
  • toename van buikomvang;
  • kortademigheid;
  • sufheid.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rumineren van voedsel
Door manipulatie van de tong en keel het voedsel weer naar boven, kauwt het opnieuw en slikt het weer door. 

Bij onrustige of sterk geprikkelde zuigelingen, bij verstandelijk gehandicapten en bij demente ouderen.  

Door inwerking van de zure maaginhoud op het slijmvlies kan de slokdarm ontstoken raken (refluxoesofagitis).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regurgitatie of refluxziekte
Onvoldoende afsluiting van de maag naar de slokdarm.
‘Breukje in het middenrif’ (hernia diaphragmatica)

Het slijmvlies van de slokdarm wordt door het scherpe maagzuur aangetast.
Zuurbranden (pyrose)

Protonpompremmers, kortweg PPI’s of zuurremmers genoemd. Deze protonpompremmers, zoals omeprazol en pantoprozol, remmen de productie van maagzuur.


Slide 11 - Tekstslide

Normaal heeft de maag een sluitspier bij de ingang en de uitgang.


Een gezonde slokdarm is bedekt met een wit, parelmoerkleurig slijmvlies, het zogenaamde plaveiselepitheel. Bij een Barrett slokdarm is dit witte slijmvlies door inwerking van maagzuur vervangen door een roze, zalmkleurige bekleding. Het is alsof het slijmvlies van de maag in de slokdarm omhoog is gegroeid. Dit slijmvlies is extra gevoelig voor beschadiging door maagzuur. De veranderingen die daardoor in het weefsel ontstaan, kunnen na vele jaren leiden tot ontspoorde groei van cellen, waaruit slokdarmkanker kan ontstaan. 
Projectielbraken
Braken met enorme kracht over enige afstand

Oorzaak: verhoogde hersendruk, afsluiting pylorus (maaguitgang)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van braken
  • verlies van vocht en mineralen -> dehydratie
  • verstoring zuur-base evenwicht -> uiteindelijk te laag kaliumgehalte -> hartritmestoornissen
  • beschadiging slokdarmslijmvlies
  • aspiratiepneumonie

Slide 13 - Tekstslide

Het uitbraken van veel (maag)zuur geeft een verstoring van het zuur-base-evenwicht in het lichaam. Je noemt dit een metabole alkalose. Het lichaam wordt er minder zuur door, wat de nieren compenseren door bicarbonaat vast te houden en kalium (K+) uit te scheiden. Hierdoor kan het gehalte K+ in het bloed afnemen. Een te laag kaliumgehalte (hypokaliëmie) kan soms ernstige hartritmestoornissen veroorzaken. 
Welke tips bij
misselijkheid en braken?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor zorgvrager
  • houd voldoende opvangmaterialen binnen handbereik;
  • draag geen strakzittende kleding;
  • drink geen koude dranken;
  • drink voldoende, minimaal anderhalve liter per dag;
  • zuig op een ijsklontje of een waterijsje;
  • verblijf in een rustige omgeving met frisse lucht;
  • blijf 30 tot 45 minuten na het eten van een maaltijd zitten;
  • eet meerdere kleine maaltijden in plaats van een paar grote;
  • zorg voor een goede mondhygiëne;
  • voorkom het ruiken en zien van eten, als dit klachten geeft;
  • neem geen vetrijke, sterk gekruide of sterk geurende maaltijden;
  • blijf uit de buurt van sterk ruikende parfums.

Leg uit wat gevolgen zijn van langdurig braken. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling braken(ernstig)

Aanvulling vocht, elektrolyten en voedingsstoffen.

 fysiologische zoutoplossing met 5 tot 10% glucose
extra kaliumchloride (KCL)

Vochtbalans bijhouden

Overstap naar voeding: water, thee, bronwater en heldere bouillon, crackers, biscuit, brood
Anti-emetica
Evt. symptoomscore (cijfer van 0-10)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn tekenen
van uitdroging?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tekenen van uitdroging
  • sufheid;
  • flauwvallen;
  • weinig urine;
  • verwardheid;
  • lusteloosheid;
  • donkere urine;
  • koude ledematen;
  • dorst en een droge mond;
  • versnelde hartslag en ademhaling;
  • ogen die diep in de oogkassen liggen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Laxantia

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Microlax en klysma

  • vloeistof ongeveer op lichaamstemperatuur
  • linkerzij
  • houd de flacon bij verwijdering ingedrukt

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manueel verwijderen ontlasting = toucheren

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondervoeding
Een tekort aan energie- en voedingsstoffen

Volwassenen
onbedoeld meer dan 10% gewicht (of 6 kg) verliezen in zes maanden tijd, 
of 
meer dan 5% (of 3 kg) in een maand
of
 body mass index (BMI) van minder dan 18,5
bij ouderen BMI van minder dan 20


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zorgvragers in ziekenhuizen en andere zorgorganisaties zijn ondervoed?
A
1 op de 20
B
1 op de 12
C
1 op de 8
D
1 op de 4

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen ondervoeding
  • Gewichtsverlies
  • Verminderde voedselinname en gebrek aan eetlust
  • Zwakheid, futloosheid:  spiermassa neemt af -> krachtsverlies -> valrisico
  • Verhoogde eiwitafbraak: dit verhoogt de kans op infecties (bijvoorbeeld longontsteking) en doorliggen (decubitus).
  • Sterfte: door ondervoeding neemt de kans op overlijden toe.



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat als 'normaal eten' niet lukt
  • Drinkvoeding: bevat extra voedingsstoffen en energie.
  • Sondevoeding: vervanging of aanvulling
  • Parenterale voeding: volledige voeding die via een infuus direct in de bloedbaan wordt gebracht.
  • Dieetpreparaten: poedervormige producten waarmee normale voedingsmiddelen 'verrijkt' (met energie en voedingsstoffen) kunnen worden, zonder al te veel smaakverandering.



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Screenen op ondervoeding

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vochtbalans
Opname en uitscheiding van water in balans

Belangrijk voor signaleren uitdroging of vochtoverbelasting!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vochtbalans bijhouden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positieve/negatieve vochtbalans 
Opname en uitscheiding trek je van elkaar af. 
Positieve vochtbalans (+ 500 ml): 500 ml meer gedronken dan dat hij heeft uitgescheiden.
Negatieve vochtbalans (- 500 ml): 500 ml te weinig gedronken in verhouding tot hoeveel is uitgescheiden. 
Alert zijn op uitdroging (dehydratie) of juist oedeemvorming

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dysenterie
Bacteriële infectie met koorts, buikkrampen en bloederige + slijmerige diarree.

Shigellabacteriën

Erg besmettelijk

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coeliakie
Auto-immuunziekte
Lichaam overgevoelig voor gluten -> darmvlokken beschadigen

Klachten:
  • aanhoudende diarree
  • soms juist verstopping
  • stinkende ontlasting
  • opgezette buik
  • verminderde eetlust
  • buikpijn

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maagzweer = ulcus duodeni
Wondje in de maag of twaalfvingerige darm

Oorzaak:
  • Bacterie Helicobacter pylori zorgt voor ontsteking.
  • NSAID 

Behandeling: antibiotica en maagzuurremmer

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redenen voor onderzoek van faeces



Aanwezigheid micro-organismen
Aanwezigheid darmparasieten (lintwormen, maden)
Aanwezigheid bloed in de ontlasting
Bevolkingsonderzoek darmkanker
Resorptiestoornissen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Ieder jaar krijgen ongeveer 14.000 mannen en vrouwen darmkanker en overlijden ongeveer 5000 mannen en vrouwen aan darmkanker. Negentig procent van de mensen die darmkanker krijgen is 55 jaar of ouder.

Iedere 2 jaar uitnodiging voor onderzoek.
Toets ZV
13 november 11.15

Oefentoets open op 6 november t/m 12 november 22.00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies