Les 2

 Bevolkingspiramide, ontgroening, vergrijzing en eenkindpolitiek
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 Bevolkingspiramide, ontgroening, vergrijzing en eenkindpolitiek

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Herhaling vorige les (10 min)
Nakijken (15 min)
Leerdoelen (5 min)
Bespreken + verwerken (20 min)
Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Waarover ging de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Wat wordt er bedoelt met het begrip 'levensverwachting'?
Wat zien we in de grafiek gebeuren met de levensverwachting?
Hoe kunnen we deze verandering in levensverwachting verklaren?

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht: 
Bereken voor de drie landen of er een geboorte- of een sterfte-overschot is en hoe groot dit overschot is.
De bevolking van Nederland groeit/ krimpt / is stabiel?
De bevolking van Duitsland groeit / krimpt / is stabiel?
De bevolking van China groeit / krimpt / is stabiel?
 

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken
Hoe: In groepjes van 3 leerlingen bespreek je de opdrachten hieronder. Komen jullie er onderling niet uit dan gebruik je je boek. Kom je er echt niet uit, dan noteer je de vraag (7.30 minuten)
Vragen die jullie genoteerd hebben bespreken we klassikaal (7.30 minuten)


Tijd: 15 minuten

Wat?
Bladzijde 54: vraag 2
Bladzijde 55: vraag 5
Bladzijde 74: vraag 16
Bladzijde 76: vraag 2 en 3
timer
7:30

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. de begrippen bevolkingspiramide, ontgroening, vergrijzing en eenkindpolitiek beschrijven;
2. de begrippen bevolkingspiramide, ontgroening, vergrijzing en eenkindpolitiek toepassen;
3. Nederland, Duitsland en China op basis van deze begrippen met elkaar vergelijken.

Slide 7 - Tekstslide

Welke kleur past bij de groep 'jongeren' en welke kleur past bij de groep 'ouderen'?
 
Jongeren
Ouderen

Slide 8 - Sleepvraag

a) Als er in een plaats steeds meer ouderen wonen.
Hoe zouden we dit dan noemen?
b) Als er in een plaats steeds meer jongeren wonen.
Hoe zouden we dit dan noemen?

Slide 9 - Open vraag

a) Als er in een plaats steeds minder ouderen wonen.
Hoe zouden we dit dan noemen?
b) Als er in een plaats steeds minder jongeren wonen.
Hoe zouden we dit dan noemen?

Slide 10 - Open vraag

Bevolkingspiramide
De leeftijdsopbouw van een bepaald land kun je aflezen in een bevolkingspiramide.
Je kunt het totaal aantal mannen (blauw) en het totaal aantal vrouwen (roze) per leeftijdsgroep precies aflezen.
 


De vorm van zo’n diagram zegt vaak iets over de levensverwachting van de bevolking van dat land:
  • Pyramide = jonge bevolking -> breed aan de onderkant
  • Rechthoek = alle leeftijdsgroepen min of meer gelijk.
  • Omgekeerde 'piramide' = oude bevolking -> breed aan de bovenkant

Slide 11 - Tekstslide

De leeftijdsgroep die ik hier zie zijn: de jongeren / beroepsbevolking / ouderen.
Deze leeftijdsgroep loopt van ...?... tot ...?... jaar.

Slide 12 - Tekstslide

De leeftijdsgroep die ik hier zie zijn: de jongeren / beroepsbevolking / ouderen.
Deze leeftijdsgroep loopt van ...?... tot ...?... jaar.

Slide 13 - Tekstslide

De leeftijdsgroep die ik hier zie zijn: de jongeren / beroepsbevolking / ouderen.
Deze leeftijdsgroep loopt van ...?... tot ...?... jaar.

Slide 14 - Tekstslide

Snappen we het?
Bekijk de pyramide in tweetallen en beantwoord de vragen:
1. Hoeveel mannen zijn er in de leeftijd 15-19?
2. Zijn er meer mannen of vrouwen in de leeftijd 55-59?
3. Hoeveel vrouwen zijn er in de leeftijd 70-74?
4. Zijn er meer mannen of vrouwen in de leeftijd 10-14?
5. Welke groep is het grootst: jongeren - beroepsbevolking - ouderen?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Hoe verandert de vorm van de bevolkingspiramide van Nederland tussen 1950-2070?
De vorm verandert van een ...?... in een ...?...

Slide 17 - Open vraag

In Nederland is sprake van vergrijzing - vergroening - geen van beiden.

Slide 18 - Open vraag

Welke vorm zou de bevolkingspiramide van Duitsland hebben en waarom?

Slide 19 - Open vraag

Welke vorm zou de bevolkingspiramide van China hebben en waarom?

Slide 20 - Open vraag

De bevolkingspiramide van NL, DLD en China
De bevolkingspiramide van NL, DLD en China -> PP

Slide 21 - Tekstslide

China en de éénkindpolitiek
  • 20% van de wereldbevolking woont in China.
  • De Chinese overheid besloot de overbevolking aan te pakken met de eenkindpolitiek (1979-2013)
  • Namelijk -> overbevolking = te weinig werk, huizen en voorzieningen en grote milieuproblemen.
  • Gevolg: 400 (!) miljoen minder chinezen geboren in de periode van de eenkindpolitiek.
  • Maar de eenkindpolitiek bestaat nu niet meer...


Slide 22 - Tekstslide

Uitleg China

Slide 23 - Tekstslide

Waarom zou China de eenkindpolitiek hebben losgelaten? (Denk aan de rol van China in de wereld)

Slide 24 - Open vraag

De eenkindpolitiek had ook nadelen.

Nadelen eenkindpolitiek:
  • vergrijzing
  • gebrek aan arbeiders in fabrieken
  • 1-2-4 probleem
  • mannenoverschot
  • meisjes ter adoptie afstaan
  • veel abortussen
  • kleine keizertjes

Slide 25 - Tekstslide

De eenkindpolitiek is in 2013 afgeschaft ->

  • China wil de 'fabriek van de wereld worden'.
  • Er zijn veel arbeiders nodig om in deze fabrieken te werken.
  • Én er zijn veel mensen nodig om de producten uit deze fabrieken te kopen.



Slide 26 - Tekstslide

Afronding
Wat hebben we geleerd?
Hoe hebben we meegedaan?
Huiswerk

Slide 27 - Tekstslide

Wat hebben we deze les geleerd?

Slide 28 - Open vraag

Hoe heb ik deze les meegedaan?

Slide 29 - Open vraag

Huiswerk
Werkboek
Bladzijde 54: vraag 3
Bladzijde 57: vraag 7
Bladzijde 60: vraag 1 + 2
Bladzijde 76: vraag 2
Bladzijde 77: vraag 4 + 5

Slide 30 - Tekstslide