les 4vwo 26-3-2021 Biofysica herhalen

les 26-3-2021
Biofysica herhalen
Bespreken: 53c, 57, 58

Oefenen met lenzen: rekenen en constructie 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

les 26-3-2021
Biofysica herhalen
Bespreken: 53c, 57, 58

Oefenen met lenzen: rekenen en constructie 

Slide 1 - Tekstslide

Opgave 53c

Slide 2 - Tekstslide

Opgave 57a
Methode 1: Beschouw de achterwielen als draaipunt (Q). Als de grijparm dichter naar de voorband wordt verplaatst, wordt zijn moment linksom kleiner. Het moment in P (voorband) wordt dus ook kleiner; de normaalkracht in P wordt dus kleiner en de voorbanden worden dus minder ingedrukt

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 57a
Methode 2: 
Als de grijparm naar de heftruck toe bewogen wordt, verplaatst het zwaartepunt van het geheel zich naar achteren. Hierdoor worden de achterbanden meer en de voorbanden minder ingedrukt.


Slide 4 - Tekstslide

Opgave 57b
In P en Q werken de normaalkrachten omhoog.

Krachtenevenwicht: Fz = FP + FQ
Fz=m∙g=13500×9,81=1,32435∙105 N
FP bepalen met momentwet met Q als draaipunt




Slide 5 - Tekstslide

Opgave 57b
Opmeten:  rz = 0,4 cm; rP = 2,25 cm
Momentenevenwicht:

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 57c
De heftruck kantelt net niet voorover dus de normaalkracht in Q is 0 N.

P is nu draaipunt. Opmeten:
rz-P = 1,85 cm; rlast-P = 2,75 cm

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 57c
De heftruck kantelt net niet voorover dus de normaalkracht in Q is 0 N.

P is nu draaipunt. Opmeten:
rz-P = 1,85 cm; rlast-P = 2,75 cm

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 57c

Slide 9 - Tekstslide

Opgave 58a
Schematisch:

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 58b
S is het draaipunt.
Het lichaamsgewicht drukt in T en de grond oefent dus een even grote kracht uit op de voet in T: FT=Fz=m∙g=85×9,81=833,85 N
rpees = 5,0 cm; rT = 17,3 cm

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 58b
Momentenevenwicht:

Slide 12 - Tekstslide

Opgave 58c
Krachtenevenwicht:

Slide 13 - Tekstslide

Extra opgave lenzen 1
Een voorwerp van 2,0 cm hoog bevindt zich op de hoofdas
6,0 cm voor een bolle lens met een brandpuntsafstand van
4,0 cm.
a) Bereken de beeldafstand.
b) Bereken de grootte van het beeld.


Slide 14 - Tekstslide

Lever hier een foto van je uitwerking in

Slide 15 - Open vraag

Uitwerking a en b

Slide 16 - Tekstslide

Extra opgave lenzen 1
Een voorwerp van 2,0 cm hoog bevindt zich op de hoofdas
6,0 cm voor een bolle lens met een brandpuntsafstand van
4,0 cm.

c) Construeer het beeld.
d) Teken in je constructie het verloop van een willekeurige lichtstraal vanuit de voet van het voorwerp.

Slide 17 - Tekstslide

Lever hier een foto van je uitwerking in

Slide 18 - Open vraag

Constructie

Slide 19 - Tekstslide

Willekeurige lichtstraal vanuit de voet

Slide 20 - Tekstslide

Extra oefenopgaven Opgave 4. Construeer de brandpunten van deze lens

Slide 21 - Tekstslide

Lever hier een foto van je uitwerking in

Slide 22 - Open vraag

Uitwerking

Slide 23 - Tekstslide

Een bijziende heeft een vertepuntsafstand van 60 cm. De afstand tussen de ooglens en het netvlies is 17 mm.
a) Bereken de sterkte van de ooglens in ongeaccommodeerde toestand.

Slide 24 - Open vraag

Opgave Bijziendheid
Een bijziende heeft een vertepuntsafstand van 60 cm --> v = 0,60 m .
De afstand tussen de ooglens en het netvlies is 17 mm --> b = 0,017 m.



S=v1+b1=0,601+0,0171=60dpt

Slide 25 - Tekstslide

b) Teken in een figuur de stralengang als hij met de bril de oogafwijking corrigeert.

Slide 26 - Open vraag

Correctie met negatieve lens

Slide 27 - Tekstslide

Een bijziende heeft een vertepuntsafstand van 60 cm. De afstand tussen de ooglens en het netvlies is 17 mm.
c) Bereken de sterkte van de lens/bril die dan nodig is.

Slide 28 - Open vraag

Bril/lens voor bijziende
Een bijziende heeft een vertepuntsafstand van 60 cm. 

S = -1/verteafstand = - 1/0,60 = - 1,7 dpt

Slide 29 - Tekstslide

Rode bloedcel
Door een microscoop wordt naar een rode bloedcel van 7,5 μm gekeken. Het beeld van de bloedcel dat is afgebeeld op een lichtgevoelige plaat heeft een grootte van 1,5 mm.
De afstand van de lens tot de bloedcel is 0,7 mm. Bereken de brandpuntsafstand van de lens van de microscoop.

Slide 30 - Tekstslide

Geef hier je antwoord in mm in twee significante cijfers zonder eenheid

Slide 31 - Open vraag

Extra opgave rode bloedcel

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide