Schrijf over en vul de open plekken (aangegeven met puntjes) in. Gebruik p.184 en 185. Klaar? Begin vast met opdr. 28
"Met een .... kun je van een zelfstandig naamwoord een verkleinwoord maken. Meestal spel je het verkleinwoord ..............
Bij woorden op -ng schrijf je -nkje of -.....
Voorbeeld: wang- wang....
Bij woorden die eindigen op een lange klinker moet je de klinker .......
Voorbeeld: auto - .......
Bij woorden die eindigen op -i voeg je een ... toe. Bij woorden op -y (met een medeklinker ervoor of op -u (uitgesproken als ....) schrijf je een ......
Voorbeeld: baby - .....
Je gebruikt ook een apostrof bij cijfer- en letterwoorden
Voorbeeld: mp4 - ....