communicatie periode 1 BBL3

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

communicatie periode 1

BBL VZ-IG

Les 1

Lesdoelen:

Je kunt de aandachtspunten voor communicatie benoemen.

Je kunt beschrijven welke storingen er kunnen optreden in het communicatieproces.

Je kunt beschrijven welke vier zones mensen hanteren wanneer ze communiceren.

Je kunt beschrijven wat gedrag te maken heeft met communicatie.

Het communicatiemodel

Ruis in communicatie

Wat is verbale en non-verbale communicatie?

Oefening

Les 2

Lesdoelen:

Je kunt de aandachtspunten voor communicatie benoemen.

Je kunt beschrijven welke storingen er kunnen optreden in het communicatieproces.

Je kunt beschrijven welke vier zones mensen hanteren wanneer ze communiceren.

Je kunt beschrijven wat gedrag te maken heeft met communicatie.

Referentiekader

Lees uit Learnbeat

Communicatie de basis vanaf referentiekader tot en met de publieke zone.

Daarna oefening.

Les 3

Lesdoelen:

Je kunt de verbale en non-verbale communicatie van anderen observeren en interpreteren.

Opdracht observeren kun je leren

Lees de opdracht goed door en kijk daarna aandachtig naar het filmpje.

Les 4,5

Lesdoelen

Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen open en gesloten vragen.

Je weet wat actief luisteren inhoudt en je kunt dit toepassen.

Contact maken en actief luisteren

Wat doe je WEL!

• Zorg ervoor dat je oogcontact maakt.
  
• Laat met je lichaamshouding zien dat je luistert.
  
• Neem de tijd om naar de ander te luisteren.
  
• Stel vragen op het moment dat iets niet duidelijk is.
  
• Respecteer de ander.
  
• Praat niet te hard en niet te zacht.
  
• Geef kleine aanmoedigingen.

Wat doe je NIET!

• een ongeïnteresseerde houding aannemen
  
• de ander niet laten uitpraten
  
• je eigen verhaal vertellen
  
• met je gedachten ergens anders zijn
  
• impulsief reageren
  
• te snel adviseren
  
• waarderend (positief of negatief) reageren
  
• veronderstellingen uiten

Oefenen met vragen stellen

Opdracht 

In tweetallen ga je in gesprek met elkaar, oefen met je luisterhouding. Neem eerst een ongeïnteresseerde houding aan, daarna neem je een actieve luisterhouding aan. 

Plenair nabespreken.