Leesvragen 'De eerlijke vinder I'

BEGINTAAK: Schrijf de zin over en plaats hoofdletters en leestekens:
nu lust ik wel een kop koffie zei mijn vader na het eten
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

BEGINTAAK: Schrijf de zin over en plaats hoofdletters en leestekens:
nu lust ik wel een kop koffie zei mijn vader na het eten

Slide 1 - Open vraag

Schrijf de zin over en plaats hoofdletters en leestekens:
de voorzitter van voetbalclub orion zei het is nog niet zeker dat onze vereniging in juli weer een toernooi organiseert veel leden gaan in die tijd op vakantie

Slide 2 - Open vraag

Personages en perspectief 
H5C, 4 september 2024

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les...
  • heb je tijd gehad om te lezen in je boekje van De Eerlijke Vinder en nagedacht over de inhoud 
  • Weet je hoe een auteur personages in kan zetten in een literair werk
  • Weet je hoe verschillende perspectieven ingezet kunnen worden in een literair werk 

Slide 4 - Tekstslide

Tijd om te lezen...
 We zijn gebleven op blz 16 na het flippoteken. Lees verder in het boekje van De Eerlijke Vinder
timer
12:00

Slide 5 - Tekstslide

Het beantwoorden van een vraag bij verhaalanalyse

We behandelen zo wat theorie en wat vragen rondom verhaalanalyse en De Eerlijke Vinder. 

Hoe geef je een goed antwoord op dit type vragen? 
- herhaal de vraag in je antwoord
- gebruik goedlopend en foutloos Nederlands in hele zinnen
-  wees volledig en gebruik concrete elementen uit het verhaal om je standpunt te onderbouwen. Structureer je antwoord met 1) punt, 2) uitleg, 3) voorbeeld 
- pas op met vage termen als 'er', 'het', 'hij' --> de lezer van jouw antwoord moet het 
ook kunnen begrijpen zonder het verhaal erbij

Slide 6 - Tekstslide

1) Jimmy vindt een stapeltje briefgeld in een
geldautomaat wanneer hij onderweg is op zijn BMX.
Wat wil hij daarmee doen?

Slide 7 - Open vraag

2) Dan stapt er een vrouw op hoge hakken uit een auto. Ze vraagt of hij de briefjes van vijfhonderd uit het apparaat heeft genomen. In eerste instantie ontkent hij, maar als hij merkt dat dit niet werkt verzint hij iets anders.

Wat vertelt hij de vrouw in de hoop het geld te mogen houden?

Slide 8 - Open vraag

3) Waarom wil Jimmy een complete
flippoverzameling hebben?

Slide 9 - Open vraag

4) Hoe zou je Jimmy beschrijven?

Slide 10 - Open vraag

5) Hoe ziet de gezinssamenstelling van Jimmy eruit?

Slide 11 - Open vraag

6) Wat voor een bedrijf heeft de vader van Jimmy?

Slide 12 - Open vraag

Personages
  • Ze worden bedacht door de auteur: er is zelden iets toevallig aan hun uiterlijk en karakter. Ze staan in dienst van het verhaal.
  • Belangrijk: zelf weten hoe een personage eruit ziet, hoe hun karakter is, welke hobby’s ze hebben etc.
  • Voor het vaststellen van de personages zijn onderlinge relaties, uiterlijk en innerlijk belangrijk
  • Identificatie = je kunnen inleven in de hoofdfiguur. Dit is erg belangrijk voor de spanning in een verhaal.


Slide 13 - Tekstslide

Personages
  • Tegenspeler = bijzondere bijfiguur die de hoofdrolspeler optimaal tot zijn recht laat komen
  • Karakters/round characters = belangrijkste personages in een verhaal. Je komt veel over zijn/haar gevoelens en gedachten te weten. Het zijn echte mensen met goede en slechte kanten. Ze maken altijd een ontwikkeling door.
  • Types/flat characters = belangrijk voor de voortgang van het verhaal. Je ziet maar één kant van ze, je leert ze oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven. Sprookjesfiguren zijn altijd flat characters. Als dit wordt uitvergroot, hebben we het over een karikatuur.
  • Antiheld = een hoofdpersoon nodigt niet uit tot identificatie
  • Speaking name= de naam van een verhaalfiguur heeft een extra betekenis. Bijvoorbeeld de zeven dwergen (Doc, Niezel, Bloosje etc) en Warenar (echte nar)



Slide 14 - Tekstslide

Het conflictmodel
Het conflictmodel is een manier om de ontwikkeling van de hoofdpersoon te herkennen. Dit model bestaat uit vier fasen 
  1. Evenwicht: een min of meer stabiele situatie
  2. Conflict: de hoofdpersoon komt in actie door een gebeurtenis = motorisch moment
  3. Ontwikkeling: door de actie vindt er ontwikkeling plaats → oplossen problemen, overwinnen van tegenslagen
  4. Oplossing/voorlopig nieuw evenwicht: conflict wordt opgelost of personage kijkt er anders naar

Slide 15 - Tekstslide

7) Wat is het motorisch moment in De Eerlijke Vinder?

Slide 16 - Open vraag

8) Op de dag van het logeerpartijtje van Jimmy en Tristan vertelt Tristan aan Jimmy dat hij een plan heeft.

Waarom heeft hij een plan bedacht?

Slide 17 - Open vraag

9) Hoe kun je de band tussen Jimmy en Tristan beschrijven? Wat vind jij van de vriendschap? Probeer een fragment uit het boek te betrekken bij je antwoord.

Slide 18 - Open vraag

PERSONAAL PERSPECTIEF

  • Ik-perspectief: er is een ik-figuur die beschrijft wat hij meemaakt of heeft meegemaakt. De ik-figuur is tevens de ik-verteller in eerste persoon enkelvoud.
  • Hij/zij-perspectief: er is een hij- of zij-figuur door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt. Je hebt hier te maken met een hij/zijverteller (=personale verteller) in de derde persoon enkelvoud.
  • Wisselend hij/zij-perspectief: perspectief wisselt tussen twee of meer personages



AUCTORIAAL PERSPECTIEF

Alwetend of auctoriaal perspectief: de alwetende (auctoriale) verteller neemt niet deel aan de handeling en geeft commentaar op de gebeurtenissen. Hij kent alle gedachten en gevoelens van alle personages en weet meer dan zij

Slide 19 - Tekstslide

Welk perspectief herken je tot nu toe in De Eerlijke Vinder?
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
Wisselend hij/zij-perspectief
D
Alwetend perspectief

Slide 20 - Quizvraag

10) Wat is het effect van Jimmy als subjectieve (en misschien zelfs onbetrouwbare) verteller op de manier waarop de lezer het verhaal meekrijgt?

Slide 21 - Open vraag

Wat vind je van het verhaal tot nu toe?

Slide 22 - Woordweb