9 jan 24 P3 schrijfvaardigheid en taaltoets

T V/G 3 C
7 jan.
Welkom!
Gelukkig nieuwjaar





1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

T V/G 3 C
7 jan.
Welkom!
Gelukkig nieuwjaar





Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel deze week

  • Leerdoelen P3 bekend

  • Spelling Engelse werkwoorden
  • Leestekens


=> Taaltoets eind januari: werkwoordspelling, leestekens, samenstellingen
=> TEA 3: toets literatuur en Diataalmeting


     

    Slide 2 - Tekstslide

    Huiswerk
    Nieuwsartikel mee


    Lezen en uitwisselen

    Slide 3 - Tekstslide

    Onderwerpen Taaltoets
    • werkwoordspelling (2.9, 3.9 en 4.9)
    • spelling Engelse werkwoorden in het Ned. (5.9 uit klas 2)
    • leestekens (1.9, zonder beletselteken) 
    • aaneenschrijven (5.9, voornaamwoordelijk bijwoord, samenstellingen)
    • hoofd-en-bijzinnen aanwijzen (2.7)

    Slide 4 - Tekstslide

    Onderwerpen Taaltoets
    • werkwoordspelling (2.9, 3.9 en 4.9): uitleg LessonUp stappenplan (gedeeld met jullie). 
    • spelling Engelse ww in het Ned. (deze les en par. 5.9 uit klas 2)
    • leestekens (1.9, zonder beletselteken): zie ook uitleg LessonUp P2, week 5, les 8/9. 
    • aaneenschrijven (5.9, voornaamwoordelijk bijwoord, samenstellingen): zie ook uitleg LessonUp P2 week 4 les 6/7. 
    • hoofd-en-bijzinnen aanwijzen (2.7): zie ook uitleg LessonUp P2 week 4 les 6/7. 

    Slide 5 - Tekstslide

    Wisbordje!

    Slide 6 - Tekstslide

    Engelse ww in het Nederlands


    Wat weet je over de spelling daarvan?

    Slide 7 - Tekstslide

    Hoe schrijf je Eng. ww?
    • Voor de stam: -en van het ww afhalen: relaxen =>  relax. 
    • Soms -n eraf halen: racen => race / gamen => game
    • Soms -sen eraf halen: stressen => stres: hij strest
    • Zelfde regels als voor Ned. ww: het gaat om de klank voor de uitgang -en: gamen => tt: hij gamet (geen 'gamt', anders verandert de uitspraak)

    Slide 8 - Tekstslide

    Engelse werkwoorden (2)

    • Zelfde regels als voor zwakke ww in de vt/volt.t
    • ik relaxte, jij gamede, hij mixte, wij deleteten / ik heb gegamed, jij hebt gemixt, wij hebben dat gedeletet 
    • Dubbele wordt dus enkele medeklinker (basketballen => jij basketbalt / jij strest)
    • Uitzondering (uitspraak):  => ik paintball

    Slide 9 - Tekstslide

    Engelse werkwoorden (3)

    • Zelfde regels als voor zwakke ww in de vt/volt.t
    • Ook de klanken [sj] en [tsj] volgen de regels van 't exkofschip. Zij worden meestal geschreven als sh en ch 
    • Vormen: -t in tt / te(n) in vt: 
    • jij/hij bruncht - brunchte - gebruncht en jij/hij smasht - smashte - gesmasht.

    Slide 10 - Tekstslide

    Schrijf op / let op t exfokschaap / klank
    1. stressen => ik .... (tt)
    2. stagediven => hij ..... (tt)
    3. daten => Sophie .....(tt)
    4. downloaden => gisteren ..... ik dat document.
    5. shoppen => wij hebben .....
    6. deleten => hij heeft dat bestand .....
    7. brainwashen => de soldaten werden .....
    8. updaten => het bestand is .....
    9. chillen => jij hebt gisteren lekker .....

    Slide 11 - Tekstslide

    Slide 12 - Tekstslide

    Antwoorden
    1. stressen => ik stres
    2. stagediven => hij stagedivet
    3. daten => Sophie datet
    4. downloaden => gisteren downloadde ik dat document.
    5. shoppen => wij hebben geshopt
    6. deleten => hij heeft dat bestand gedeletet
    7. brainwashen => de soldaten werden gebrainwasht
    8. updaten => het bestand is geüpdatet
    9. chillen => jij hebt gisteren lekker gechild

    Slide 13 - Tekstslide

    Zelfstandig werken

    1. Opdracht werkblad 10 maken (Engelse ww, papier)
    2. Opdracht werkblad 9 maken (op papier)
    3. werkwoordspelling (2.9, 3.9 en 4.9): uitleg LessonUp 14 nov. 
    4. spelling Engelse werkwoorden in het Ned. (deze les en lees par. 5.9 uit klas 2, zie boek Talent methode online, maak zo nodig bijbehorende opdrachten)
    5. Nog veel moeite met werkwoordspelling? Bestudeer de les Stappenplan Werkwoordspelling in Lessonup (P3). 
    6. Talent: "Versterk jezelf"


    Slide 14 - Tekstslide

    Wat heb je bereikt?

    Slide 15 - Tekstslide

    T G 3 D
    8 jan.
    Welkom!






    Slide 16 - Tekstslide

    Nieuwsartikel
    Vier minuten oefenen
    In één minuut je artikel presenteren


    timer
    4:00

    Slide 17 - Tekstslide

    Startopdracht
    • Hij had de handtekening ....(faken).
    • Jij .....(liken) al mijn berichten.
    • Mijn collega ...(upgraden) m'n computer toen ik koffie haalde voor hem.
    • Gisteren ....(shaken) ze (mv) heerlijke cocktails.
    • Skiën is leuk, maar Sophie (ev) ....(snowboarden) het liefst.

    Slide 18 - Tekstslide

    Startopdracht
    • Hij had de handtekening GEFAKET
    • Jij LIKET al mijn berichten.
    • Mijn collega UPGRADEDE m'n computer toen ik koffie haalde voor hem.
    • Gisteren SHAKETEN ze heerlijke cocktails.
    • Skiën is leuk, maar Sophie SNOWBOARDT het liefst. => max. 1 fout = op niveau

    Slide 19 - Tekstslide

    Huiswerk
    * Opdracht werkblad 10 maken (Engelse ww, papier)
    * Opdracht werkblad 1 en 2 maken (op papier)
    * Nakijken
    * Moeite met werkwoordspelling? LessonUp-lessen bekijken en extra opdrachten  Talent: "Versterk jezelf" / ....

    Artikel mee

    Slide 20 - Tekstslide

    Onderwerpen Taaltoets
    • werkwoordspelling (2.9, 3.9 en 4.9)
    • spelling Engelse werkwoorden in het Ned. (5.9 uit klas 2)
    • leestekens (1.9, zonder beletselteken) 
    • aaneenschrijven (5.9, voornaamwoordelijk bijwoord, samenstellingen)
    • hoofd-en-bijzinnen aanwijzen (2.7)

    Slide 21 - Tekstslide

    Uitleg 
    leestekens

    Slide 22 - Tekstslide

    Slide 23 - Video

    Wat weet je nog over de punt, komma, puntkomma en dubbele punt?

    Slide 24 - Tekstslide

    Géén punt:
    1. Letters van de afgekorte woorden samen als één woord uitspreken (Hema)
    2. Als je van de afkorting alleen de letters uitspreekt. (EHBO)
    3. Na een titel (van bijvoorbeeld een boek of artikel) of tussenkopje in een tekst.
    Wél een punt:
    1. Eind van mededelende zin.
    2. Bij afkortingen waarvan je de hele woorden uitspreekt (enz. spreek je uit als 'enzovoort')

    Slide 25 - Tekstslide

    Beletselteken (......)

    1. Als je een woord of zin niet afmaakt. ("Maar ik wil ook nog ....!")
    2. Om een langere pauze aan te geven. ("Maar mama......dat hoéft toch niet?")

    Slide 26 - Tekstslide

    Komma
    1. Tussen twee pv's in een samengestelde zin. (Als je goed kijkt, zie je de details)
    2. Meestal voor de voegw. hoewel, omdat, zodat, opdat, als, indien, maar, aangezien, doordat, want en terwijl. (Ik ga naar huis, omdat het al laat is.)
    3. Tussen de delen van een opsomming in een zin.


    Slide 27 - Tekstslide

    Dubbele punt
    1. Als aankondiging van een opsomming. (Je gaat het volgende doen:)
    2. Als aankondiging van een uitleg of een voorbeeld. (Je kunt kiezen: je gaat ofwel in groepjes werken ofwel in je eentje.)
    3. Let op: na de dubbele punt géén hoofdletter! 


    Slide 28 - Tekstslide

    Puntkomma
    1. Tussen twee zinnen die heel nauw met elkaar samenhangen. (Frank was te laat; zijn fiets bleek gestolen.)
    2. Tussen de delen van een opsomming in een zin. (Neem de volgende zaken mee: slaapmatje; slaapzak; toiletspullen; ... pinpas.)


    Slide 29 - Tekstslide

    Aanhalingstekens:
    • bij directe rede of citaat
    • De leerling zei: "Ik ben echt op tijd, mevrouw!"

    • komma buiten het citaat: "Ik ben echt op tijd, mevrouw", zei de leerling.
    • komma in het citaat als het doorloopt: "Omdat ik op tijd ben," zei de leerling, "haal ik de stoelen."
    • => Omdat ik op tijd ben, haal ik de stoelen."



    Slide 30 - Tekstslide

    Aanhalingstekens:



    • bij titels van b.v. boeken (Ik heb 'Karakter' gelezen)
    • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis: (schrijf je 'scan' met een c of met een k?) 
    • Ironie: Die 5-0 nederlaag is een 'prima' resultaat.

    Slide 31 - Tekstslide

    Welke leestekens?
    1. Anders dan je dacht zijn er deze week toch mensen naar Frankrijk gegaan
    2. We hebben een fijne vakantie gehad we zijn elke dag gaan duiken
    3. Deze zomer was erg warm vooral in augustus steeg het kwik tot boven de 30 graden 

    Slide 32 - Tekstslide

    Welke leestekens?
    1. Anders dan je dacht, zijn er deze ....Frankrijk gegaan.
    2. We ... vakantie gehad: we zijn .... duiken.
    : voor verklaring, reden, toelichting. Kun je vervangen door komma plus 'want'
    1. Deze zomer was erg warm; vooral in augustus....30 graden. 

    Slide 33 - Tekstslide

    Dictee met zinnen
    Doel: hoofdletters en de juiste leestekens plaatsen

    Slide 34 - Tekstslide

    Kijk na
    1. Frank van Dijk was te laat; zijn fiets bleek gestolen. (4)
    2. Je kunt kiezen: je werkt in een groepje van drie of alleen. (3)
    3. "Dit is een enorme stap," vertelde ze, "want dan reizen we per raket." (8)
    4. Hoe spel je 'algoritme'? (4)
    5. Aangezien ik veganist ben, eet ik geen dierlijke producten. (3)
    6. Alle leerlingen zingen, omdat de Franse docent jarig is. (4)

    26 punten: minimaal 22 punten halen

    Slide 35 - Tekstslide

    Meer dan 15% fout? 
    1. "Versterk jezelf", Talent (online)
    2. https://www.cambiumned.nl/spelling
    3. https://www.onlineexambuilder.com/nl/engelsewerkwoorden test-tien-vragen/exam-510725?PHPSESSID=new
    4. extra materiaal aan mij vragen

    Slide 36 - Tekstslide

    Zelfstandig werken

    Slide 37 - Tekstslide