taal thema 3 groep 6

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

taal thema 3 groep 6

betaalbaar

1. Het is duur.
2. Het is niet te betalen.
3. Het is niet zo duur.
4. Je kan alleen met pin betalen.

Bijbehorende

1. Het past erbij.
2. Het past er niet bij.
3. Het is anders.
4. Het is vreemd.

Geen hoge pet van iemand hebben.

1. Hoge verwachting van iemand.
2. Geen hoge verwachting van iemand.
3. Een lange pet dragen.
4. Een korte pet dragen.

Iets wat op elkaar lijkt:

1. Eenheidsvlees
2. Eenheidskaas
3. Eenheidskoek
4. Eenheidsworst

Geef een voorbeeld wanneer jij iemand op de mouw spelden:

Bermuda

1. Driehoek
2. Korte broek
3. lange broek
4. hemdje

Korset

1. Kledingstuk om lichaam in model te houden.
2. Een korst van de boterham
3. Een lange broek
4. Een hemd

overstag gaan

1. Heel hoog springen.
2. Van mening veranderen.
3. Je mening niet veranderen.
4. Heel laag springen.

Op Vaderdag zet je je vader in het zonnetje.
Letterlijk:

Op Vaderdag zet je je vader in het zonnetje.
Figuurlijk:

....duur

1. zout
2. nootmuskaat
3. peper
4. Chili

zwierig

1. zweverig
2. lelijk
3. stijf
4. sierlijk

Ray zingt vol plezier in een koor.

Ik begrijp er niks van

Zij beloofde dat niet meer te doen.

Mijn vrienden drinken limonade.