Taal Actief thema 3 les 6 groep 6
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hier even klassikaal terughalen wat ze nog weten van de vorige keer. Eventueel met bal kaatsen.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Onopvallend
Opzichtig
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet dit kledingstuk?
A
Korte broek
B
Lange broek
C
Bermuda
D
Spijkerstofbroek
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet dit kledingstuk?
A
Spencer
B
Overhemd
C
Trui
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort bij meelopen?
A
Zelf je eigen mening vasthouden
B
Doen wat een ander ook doet
C
Jezelf zijn
D
Iets anders kiezen dan de rest
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort bij 'je tegen iets afzetten'
A
Meelopen
B
Doen wat iedereen doet
C
Iets doen wat verder niemand doet.
D
Je laten overhalen
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noem je spullen die je via Marktplaats koopt? De spullen zijn niet nieuw, maar....
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wie vind jij echt een rolmodel?
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bermuda
Spencer
Slide 18 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke van de gebeurtenissen is een formele gelegenheid
A
Een diploma-uitreiking
B
Een boekpromotie
C
Pakjesavond
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent modieus?
A
Een modeontwerper
B
volgens de laatste mode
C
Iemand die in een winkel werkt.
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet het als iets op elkaar lijkt?
A
Merkwaardig
B
Bizar
C
Fantastisch
D
Eenheidsworst
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bijhorend
A
Iets wat erbij past.
B
Iets wat er niet bij past.
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
