Taal thema 3 groep 6 herhaling toets

Taal thema 3 groep 6 herhaling toets
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Taal thema 3 groep 6 herhaling toets

Slide 1 - Tekstslide

Is dit een bermuda?
A
Nee
B
Ja

Slide 2 - Quizvraag

'geen hoge pet van iemand ophebben'
Wat betekent dit?
A
iemand niet goed vinden in iets.
B
iets heel leuk vinden
C
een pet opdoen
D
samenwerken met iemand

Slide 3 - Quizvraag

'iemand iets op de mouw spelden'
Wat betekent de uitdrukking?
A
iemand laten zien dat iets mooi is
B
een rondleiding geven
C
iets vertellen wat niet waar is
D
een mouw spelden

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet het als alles op elkaar lijkt?
A
merkwaardig
B
praktisch
C
stijlvol
D
eenheidsworst

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent modieus?
A
iets dat volgens de laatste mode is
B
iets ontworpen door een modeontwerper
C
dat het in een magazine staat
D
een modeontwerper

Slide 6 - Quizvraag

Is 'stoeptegels' een samenstelling?

Slide 7 - Open vraag

wat is de verleden tijd van 'drinken'?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van 'begrijp'?

Slide 9 - Open vraag

Wat wordt er figuurlijk bedoeld met de zin: 'In het zonnetje zetten'
A
iemand in de zon zetten
B
gaan zonnebaden
C
iemand extra veel aandacht geven
D
onder de zonnebank gaan

Slide 10 - Quizvraag

Wat wordt er letterlijk bedoeld met de zin: 'Op vaderdag draait alles om je vader'
A
Je vader zit in het midden en de rest draait eromheen
B
Dat je vader alle aandacht krijgt

Slide 11 - Quizvraag

Ik ben klaar voor de toets!
A
Ja zeker!
B
Een beetje
C
Nee nog niet!
D
Ik ga nog oefenen, maar heb vertrouwen

Slide 12 - Quizvraag