Gesprekken voeren; verkoopgesprek

Communicatie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Feedme
Introductie onderwerp
Theorie communicatie
Opdracht
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Feedme
Code: 3mbchy

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les:
- kun je de zes klantentypen beschrijven;
- kun je uitleggen wat externe communicatie is;
- kun je uitleggen wat formele communicatie is;
- kun je voorbeelden van non-verbale communicatie noemen.

Slide 4 - Tekstslide

Introductie
Vandaag: 
Theorie over vormen van communicatie, klantentypen en feedback geven op een verkoopadviesgesprek. 

Praktijkopdracht communicatie donderdag 2 februari 
- zelf uitvoeren verkoopadviesgesprek

Slide 5 - Tekstslide

Theorie

Slide 6 - Tekstslide

Boodschap overbrengen
De zender zendt via een medium (communicatiemiddel) een boodschap naar de ontvanger. 

Slide 7 - Tekstslide

Externe communicatie
Communicatie tussen het bedrijf en de buitenwereld, bijvoorbeeld klanten. 

Slide 8 - Tekstslide

Noem een vorm van
externe communicatie

Slide 9 - Woordweb

Welke vorm van communicatie hoort bij een adviesgesprek?
Formeel
Informeel

Slide 10 - Poll

Formele communicatie
- officiële manier
- beleefd
- respectvol
- meneer/mevrouw
- luisteren
- oogcontact

Slide 11 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van
non-verbale communicatie

Slide 12 - Woordweb

Non-verbale communicatie
Communicatie zonder taal

- gezichtsuitdrukking
- gebaren
- lichaamstaal

Slide 13 - Tekstslide

Welke klantentypen ken je?

Slide 14 - Open vraag

Klantentypen
- haastige klant
- recreatieve klant
- zelfverzekerde klant
- onzekere klant
- zoekende klant
- boze klant

Slide 15 - Tekstslide

Haastige klant
Kenmerken: geen tijd, snelle doelgerichte pas, let veel op horloge / mobiel, kan onrustig bewegen of zuchten als het lang duurt

Wel doen
Niet doen
Vlot en vriendelijk de juiste informatie geven
Gehaast werken (hierdoor maak je fouten)
Gesloten vragen stellen
Open vragen stellen
Verkoop zo snel mogelijk afhandelen
Praatje maken

Slide 16 - Tekstslide

Recreatieve klant
Kenmerken: vindt het leuk om boodschappen te doen of uit eten te gaan en doet dit voor de ontspanning, alle tijd voor een gesprek, loopt rustig door het bedrijf, bekijkt producten uitgebreid en legt het weer terug, te verleiden tot bijverkoop. 

Wel doen
Niet doen
Praatje maken
Vlot handelen
Verkoopgesprek voeren
Vragen met ja/nee beantwoorden
Achtergrondinformatie geven over de producten
Verkoop zo snel mogelijk afronden
Bijverkoop (informeren over producten)

Slide 17 - Tekstslide

Zelfverzekerde klant
Kenmerken: weet precies wat hij wil, heeft al informatie verzameld op internet dus weet veel van producten. De vragen die hij heeft vereisen een deskundig antwoord en als je geen antwoord weet vraag het na of zoek het op. 

Wel doen
Niet doen
Je eigen vakdeskundigheid laten zien
In discussie gaan
De achterliggende behoefte achterhalen
Tegenspreken

Slide 18 - Tekstslide

Onzekere klant
Kenmerken: weet nog niet wat hij/zij wil hebben, heeft wel een idee maar is er nog niet uit. Rekent op vakdeskundigheid van de verkoper.  Om deze klant te adviseren heb je meer informatie nodig. 

Wel doen
Niet doen
Behoefte achterhalen
Meteen een bepaald product adviseren
Deskundige informatie geven
Teveel producten laten zien
Voor- en nadelen aangeven
Een keuze afdwingen
Gast/klant zelf laten kiezen

Slide 19 - Tekstslide

Zoekende klant
Kenmerken: weet precies wat hij wil, maar kan het niet vinden. Kan een geïrriteerde indruk maken. Neem als verkoper zelf initiatief. Vraag wat de klant zoekt en wijs het aan. 

Wel doen
Niet doen
Initiatief nemen
Afwachten
Product aanwijzen
Verkoopgesprek voeren

Slide 20 - Tekstslide

Boze klant
Kenmerken: boos omdat product is uitverkocht of omdat actie is afgelopen. Heeft vaak niets met verkoper te maken, maar met eigen gevoel/niet lekker in zijn vel zitten. 
Blijf zelf rustig en vriendelijk, geef aan dat je de situatie vervelend vindt. Ga niet in discussie. 

Wel doen
Niet doen
Initiatief nemen
Afwachten
Product aanwijzen
Verkoopgesprek voeren

Slide 21 - Tekstslide

Verkoopgesprek
Vorm drietallen.

Denk aan een verkoopgesprek die niet zo goed ging. 
Bespreek in drietallen wat er gebeurde.
Geef elkaar tips. 
 

Slide 22 - Tekstslide

Wat maakte dat het verkoopgesprek niet zo goed ging?

Slide 23 - Open vraag

Verkoopgesprek
Vorm drietallen.

Denk aan een verkoopgesprek waar je trots op bent. 
Bespreek in drietallen wat er goed ging. 

Slide 24 - Tekstslide

Wat maakte het gesprek een goed verkoopgesprek?

Slide 25 - Open vraag

Terugblik en vooruitblik
Lesdoelen
Praktijkopdracht 2 februari

Slide 26 - Tekstslide