In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
H2 Lezen hoofd- en bijzaken
Slide 1 - Tekstslide
(herhaling P1) leerdoelen
- Je leert wat hoofdzaken zijn in een korte tekst.
- Je leert wat bijzaken zijn in een korte tekst.
- Je kunt een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een korte tekst.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 3 - Quizvraag
De hoofdzaken vind je altijd...
A
in de inleiding en in het slot
B
alleen in de inleiding
C
in de kern
D
door heel de tekst
Slide 4 - Quizvraag
Bijzaken zijn het tegenovergestelde van hoofdzaken. Dit kunnen zijn:
A
voorbeelden
B
belangrijke informatie
C
herhaling
D
uitleg
Slide 5 - Quizvraag
Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 6 - Quizvraag
Een hoofdzaak is het... van de tekst
A
Doel
B
Onderwerp
C
Belangrijkste
D
De titel
Slide 7 - Quizvraag
Hoofdzaak of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 8 - Quizvraag
WAT IS DE HOOFDZAAK? De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag. Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
Slide 9 - Quizvraag
WAT IS DE HOOFDZAAK? Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen. De leerlingen moesten op de fiets naar het bos. In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
Slide 10 - Quizvraag
Waar vind je GEEN hoofdzaken?
A
Inleiding
B
Slot
C
Tussenkopjes
D
Voorbeelden
Slide 11 - Quizvraag
Hoofdzaken
Bijzaken
Belangrijkste informatie.
Minder belangrijke informatie.
Slide 12 - Sleepvraag
hoofdzaak
bijzaak
Mijn toets begint woensdag om 8.30u
Ik doe bijvoorbeeld ook aan tennis
Nederlands wordt bestuurd door het kabinet
Naast de begrippen moet je op de toets ook weten wat een hoofdzaak is.
Voor het proefwerk lezen moet je goed oefenen.
Slide 13 - Sleepvraag
Oefenen in het lesboek
Blz. 38-43
In periode 1 hebben we opdracht 1-2-3-4 gemaakt.
NU maken we de Startopdracht en opdracht 5.
Slide 14 - Tekstslide
Einde oefentoets
Slide 15 - Tekstslide
Samengevat
- Hoofdzaken: de belangrijkste informatie in een tekst.
- Elke alinea heeft een eigen hoofdzaak, want de schrijver
wil in elke alinea iets vertellen
- de rest van de zinnen zijn bijzaak.
Slide 16 - Tekstslide
Leren voor de toets
- Je weet wat hoofdzaken zijn.
- Je kunt hoofdzaken in een korte tekst vinden/herkennen.
- Je weet wat bijzaken zijn.
- Je kunt bijzaken in een korte tekst herkennen.
- Je kunt een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken in een korte tekst.