Moleculaire stoffen: namen en formules

Moleculaire stoffen: namen en formules
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Moleculaire stoffen: namen en formules

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je stoffen met formules weergeven, weet je wat moleculaire stoffen zijn en kun je namen en formules maken van moleculaire stoffen.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen leren.
Wat weet je al over moleculaire stoffen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn moleculaire stoffen?
Moleculaire stoffen zijn stoffen die bestaan uit moleculen. Denk bijvoorbeeld aan water (H2O) en zuurstofgas (O2).

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat moleculaire stoffen zijn.
Moleculen
Moleculen bestaan uit atomen die aan elkaar vast zitten. In een molecuul zijn de atomen altijd in dezelfde verhouding aanwezig.

Slide 5 - Tekstslide

Laat een afbeelding zien van een molecuul en leg uit hoe een molecuul is opgebouwd.
Formules
Met behulp van formules kun je stoffen weergeven. Zo is de formule voor water H2O en de formule voor zuurstofgas O2.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat formules zijn en geef voorbeelden van formules van moleculaire stoffen.
Namen van moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen hebben vaak namen die aangeven uit welke atomen de stof bestaat. Zo is waterstofchloride (HCl) een molecuul dat bestaat uit waterstof- en chlooratomen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit hoe namen van moleculaire stoffen zijn opgebouwd.
Formules maken
Met behulp van de namen van de atomen waaruit een moleculaire stof bestaat, kun je de formule van de stof maken. Bijvoorbeeld: stikstofmonoxide bestaat uit stikstof- en zuurstofatomen en heeft als formule NO.

Slide 8 - Tekstslide

Laat zien hoe je de formule van een moleculaire stof maakt aan de hand van een voorbeeld.
Namen maken
Met behulp van de formule van een moleculaire stof kun je de naam van de stof maken. Bijvoorbeeld: CO2 is een molecuul dat bestaat uit koolstof- en zuurstofatomen en heet koolstofdioxide.

Slide 9 - Tekstslide

Laat zien hoe je de naam van een moleculaire stof maakt aan de hand van een voorbeeld.
Oefenen
Laten we oefenen met het maken van formules en namen van moleculaire stoffen.

Slide 10 - Tekstslide

Geef de leerlingen opdrachten om zelf formules en namen van moleculaire stoffen te maken. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.