Lesw. 07-06 Feiten en meningen

Welkom bij Nederlands!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

In deze les:
  • Bespreken: huiswerk
    4.4 C Deel 2: Keuzetekst 'Laurent (8) gaat naar de universiteit'
  • Terugblik: opmaak en doelgroep van een tekst
  • Uitleg: opmaak en doelgroep, feiten, meningen en verzinsels
  • Zelfstandig:
    4.5 Opmaak en doelgroep
    B. Deel 1: Opmaak, doelgroep
    C. Deel 2: Feiten, meningen
   
  • Terugkijken


Doelen van deze les:
  1. Aan het einde van de les kun je uitleggen wat feiten, meningen en verzinsels zijn.

  2. Aan het einde van de les kun je feiten, meningen en verzinsels herkennen.

  3. Aan het einde van de les kun je vertellen wat de doelgroep van een tekst is.

  4. Aan het einde van de les kun je uitleggen dat je de lezer kunt verleiden door de opmaak.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen

Slide 3 - Tekstslide

Opmaak van een tekst

Slide 4 - Tekstslide

De opmaak
Een schrijver wil graag dat je zijn teksten leest. Daarom zal hij zijn best doen om je te verleiden. Dit doet hij door extra aandacht aan de opmaak te besteden.

Slide 5 - Tekstslide

Opmaak: afbeeldingen
Als je een tekst pakt, valt je oog eerst op de afbeeldingen bij de tekst. Dit kan een foto, tekening, tabel of grafiek zijn. Door een afbeelding valt een tekst meer op.

Slide 6 - Tekstslide

Lettertypes
De kop en tussenkopjes zijn vaak vet en groter gedrukt dan de andere woorden. Soms hebben ze zelfs een andere kleur. De verschillende lettergroottes, lettertypes en kleuren in een tekst behoren ook tot de opmaak.

Slide 7 - Tekstslide

Alineaverdeling
Als de tekst een duidelijke alineaverdeling heeft, zul je hem eerder gaan lezen dan wanneer alle tekst achter elkaar staat. 

Slide 8 - Tekstslide

Doelgroepen
Iedere tekst is voor een bepaalde doelgroep geschreven.

Brede doelgroep:
jongeren of volwassenen.
Kleinere doelgroep:
bijvoorbeeld dansers of muziekliefhebbers.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kom je achter de doelgroep? 
Je stelt jezelf dan de volgende vragen:

  • Wat is het onderwerp van de tekst? 
  • Wat is de bron? Staat de tekst in een jongerenblad of in een krant?
  • Wat is de aanspreekvorm? Wordt de lezer met ‘u’ of ‘jij’ aangesproken?

Slide 10 - Tekstslide

Feiten, meningen en verzinsels

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Maak: 
-> Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen

4.5 Opmaak en doelgroep 
B. Deel 1: Opmaak, doelgroep
C. Deel 2: Feiten, meningen





Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video