§2.2 Het atoom

§2.2 Het atoom
§2.2 Het atoom
Lesplanning:
  1. Uitleg het atoom
  2. Opgaven maken
  3. Afsluiting:
    Robert Dijkgraaf - het allerkleinste
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§2.2 Het atoom
§2.2 Het atoom
Lesplanning:
  1. Uitleg het atoom
  2. Opgaven maken
  3. Afsluiting:
    Robert Dijkgraaf - het allerkleinste

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  • weet je waaruit alle materie op aarde is opgebouwd;
  • weet je welke deeltjes er vrijkomen bij de verschillende     soorten radioactief verval. 
  • kan je rekenen met de halveringstijd

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Het atoom
protonen, neutronen en elektronen

Slide 4 - Tekstslide

Elementen op aarde

Slide 5 - Tekstslide

Instabiele atomen

Slide 6 - Tekstslide

Deeltjesstraling
Deeltjesstraling, zoals de naam al zegt, bestaat uit deeltjes die energie kunnen overbrengen. Deze energie is dan in de vorm van de kinetische energie dat het deeltje heeft doordat het erg snel kan bewegen. Deeltjesstraling is onderverdeeld in twee verschillende soorten: alfastraling en bètastraling

Slide 7 - Tekstslide

Alfastraling
Vergeleken met de andere soorten straling is het alfadeeltje erg zwaar en groot. Het heeft daardoor vaak maar weinig snelheid en botst makkelijk tegen andere atomen aan wanneer het uitgezonden wordt. Vaak is een paar centimeter lucht of een velletje papier genoeg om het tegen te houden. Hierdoor is alfastraling nauwelijks schadelijk, behalve als een bron van alfastraling zich in het lichaam bevindt, zoals bij besmetting het geval is. In dat geval kan het flinke schade aanrichten doordat alle energie van de straling in een kleine gebied rond de bron wordt opgenomen.

Slide 8 - Tekstslide

Alfa-verval

Slide 9 - Tekstslide

Bètastraling
Vergeleken met alfastraling is het bèta-deeltje erg klein en licht. Het komt dus veel verder dan een alfadeeltje. Om bètastraling tegen te houden heb je al gauw een plaat van aluminium of een ander soort metaal nodig. In het menselijk lichaam kan bètastraling dus ook grote schade aanrichten.

Slide 10 - Tekstslide

bèta-verval

Slide 11 - Tekstslide

Geen deeltjesstraling
Gammastraling is geen deeltjesstraling, maar elektromagnetische straling. Dit is veruit de gevaarlijkste soort straling. Omdat de straling uit golven bestaat, is het erg moeilijk tegen te houden. 

Daarnaast heeft gammastraling ook veel energie, waardoor het nog moeilijker te stoppen is.

Slide 12 - Tekstslide

Gamma straling
Het gammadeeltje heeft geen massa en ook geen lading. Het neemt alleen energie mee uit de atoomkern.

Voor mensen is gammastraling erg gevaarlijk, omdat het zoveel energie heeft en moeilijk tegen te houden is. Vaak heb je een dik stuk lood of ongeveer een meter beton nodig om de meeste gammastraling tegen te houden. In het menselijk lichaam kan gammastraling veel schade aanrichten. Gammastraling maakt het DNA in cellen kapot, waardoor ernstige ziektes kunnen ontstaan.

Slide 13 - Tekstslide

gamma verval

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

De halveringstijd 
Aan het einde van de les kan je rekenen met de halveringstijd

Slide 17 - Tekstslide

De halveringstijd

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de halveringstijd van deze stof?
A
10 jaar
B
14 jaar
C
20 jaar
D
27 jaar

Slide 20 - Quizvraag

Welke stof heeft de grootste halveringstijd?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

De halveringstijd van instabiel Jodium is 8 dagen. Hoeveel procent is er na 16 dagen nog over?
A
50%
B
30%
C
25%
D
0%

Slide 23 - Quizvraag

Nikkel heeft een halveringstijd van 85 jaar. Stel dat je 1,6 gram nikkel hebt.
Hoe lang duurt het voordat je 0,2 gram nikkel-63 hebt?
A
85 jaar
B
255 jaar
C
425 jaar
D
510 jaar

Slide 24 - Quizvraag

Een onstabiele stof heeft een halveringstijd van 3,0 uur.
Je hebt aan het begin 200 onstabiele kernen van die stof. Hoeveel kernen kunnen er na 6,0 uur nog onstabiel zijn?
A
200
B
100
C
50
D
10

Slide 25 - Quizvraag

2,0 gram thorium vervalt gedurende 72 dagen, waarna er nog maar 0,25 gram thorium over is.
Hoe groot is de halveringstijd van thorium?
A
9 dagen
B
12 dagen
C
24 dagen
D
36 dagen

Slide 26 - Quizvraag

0

Slide 27 - Video

Opgaven §2.2 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Opgaven §2.2 - digitaal
alle opgaven


Slide 31 - Tekstslide