In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 1 min
Onderdelen in deze les
Op tafel:
laptop
map
pen
Welkom havo 3
timer
10:00
Jas uit en over je stoel.
Tas van tafel.
Oortjes en telefoon in je tas.
Log in op LessonUp
(geen Numo vandaag).
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag donderdag 13 maart:
Numo: al gedaan
Huiswerk zelf inzien via LessonUp
Werkwoordspelling
Alles van hoofdstuk 5 herhalen
Slide 2 - Tekstslide
Numo:
T/m dinsdag 18 maart kun je aan NUMO werken:
minder dan 8 uur: onvoldoende
8 uur: voldoende
8,5 uur: goed
Slide 3 - Tekstslide
3 a Roemenië ligt in Oost-Europa.
b Het is Cristians levensdoel om dichter en filosoof worden. Het is zijn politieke doel om zijn volk te bevrijden van het regime van dictator Nicolae Ceaușescu.
c Cristians dilemma is als volgt: hij moet samenwerken met het regime óf hij moet blijven vechten, met negatieve gevolgen voor zijn familie.
d Cristian loopt het risico dat hij of de mensen om wie hij geeft in de gevangenis terechtkomen of gedood worden.
4 a De schrijfster heeft voor het schrijven grondig historisch onderzoek gedaan naar het onderwerp.
b De schrijfster kiest zelf op welke manier ze de gebeurtenissen beschrijft: meeslepend en empathisch.
Slide 4 - Tekstslide
Periode 2
Oefenboek
Handboek
Hst 2 Fictie en werkelijkheid
A, C, D, F*
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 19: contaminatie, lange zinnen.
Verhalen - hst 8-10: Plot en andere literaire begrippen
Taalverzorging - Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9
Planning periode 2
F*: zelfstudie, zie Teams voor de woordenlijst.
Slide 5 - Tekstslide
Werkwoordspelling
Let op:
De werkwoorden komen (deels) uit de woordenlijst van hoofstuk 2 en 5.
Slide 6 - Tekstslide
Vul zelf de werkwoorden in in de verleden tijd. De jury (verwerpen) het voorstel, omdat ze zich (bevinden) in een moeilijke situatie.
timer
0:45
Slide 7 - Open vraag
Vul zelf de werkwoorden in in de verleden tijd. De paarden (steigeren) toen de ruiter zijn kunstje (verrichten).
timer
0:45
Slide 8 - Open vraag
Vul zelf de werkwoorden in in de verleden tijd. Hij (gunnen) zijn vriend de overwinning, hoewel hij zich vaak door zijn vrienden geplaagd (voelen).
timer
0:45
Slide 9 - Open vraag
Vul zelf de werkwoorden in in de verleden tijd. De tekst (omvatten) verschillende belangrijke voorwaarden, maar de tegenpartij (capituleren) uiteindelijk na lang onderhandelen.
timer
0:45
Slide 10 - Open vraag
Welke drie vragen stel je jezelf als je de persoonsvorm goed moet schrijven?
Slide 11 - Open vraag
Welke drie vragen stel je jezelf als je de persoonsvorm goed moet schrijven?
1. Staat de persoonsvorm in de tegenwoordige of verleden tijd?
2. Wat is het onderwerp van de zin?
3. Wat is het getal van het onderwerp (enkelvoud/meervoud)?
Slide 12 - Tekstslide
Vul zelf de werkwoorden in de voltooide tijd. De directeur heeft de nieuwe strategie (hanteren) en de afdeling heeft de belangen van het bedrijf (vertegenwoordigen).
timer
0:45
Slide 13 - Open vraag
Vul zelf de werkwoorden in de voltooide tijd. De schilder heeft de held (portretteren) en de schrijver heeft haar leven (verheerlijken) in zijn boek.
timer
0:45
Slide 14 - Open vraag
Vul zelf de werkwoorden in de voltooide tijd. De trein is (ontsporen) door de hevige regen, maar de monteur heeft zijn kennis (bijspijkeren) om de schade te herstellen.
timer
0:45
Slide 15 - Open vraag
Vul zelf de werkwoorden in in de onvoltooide tijd. Al (capituleren) hanteert de soldaat zijn wapens.
timer
0:45
Slide 16 - Open vraag
Vul zelf de werkwoorden in in de onvoltooide tijd. De werkplaats (inrichten), onderstreept de smid reinheid.
timer
0:45
Slide 17 - Open vraag
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15 / hst 5A
Slide 18 - Tekstslide
1. Ironie:
Milde vorm van spot
Tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt
"Goh, wat een lekker weer!" > voor als het slecht weer is.
2. Sarcasme:
Bijtende vorm van spot die bedoeld is om te kwetsen
Vriendelijk = ironisch, Negatief = sarcastisch
"Jij hebt goed geleerd!" > zegt een leerling tegen je als je niet zo'n goed cijfer hebt.
3. Cynisme:
Spottende en neerbuigende houding over de mensheid en de wereld
Geen vertrouwen en een negatieve kijk op de wereld
"Waarom zou ik nog gaan leren? Ik haal toch wel een 2!" > zegt een leerling boos.
Slide 19 - Tekstslide
Leg uit waarom deze afbeelding ironisch bedoeld is. Dit bord hangt in het Baker Street metrostation (Londen).
Slide 20 - Open vraag
Ironisch bedoeld, want:
je ziet hier een rokende Sherlock Holmes.
En dit bord hangt in het metrostation dat naar hem (boek/film) vernoemd is.
zelfs Sherlock Holmes mag hier niet roken.
Slide 21 - Tekstslide
Communiceren doe je samen 2
1. Parodie = persiflage
Een bestaand (kunst)werk wordt op een overdreven manier nagedaan/nagebootst.
2. Satire
Een parodie waarbij op een komische manier wordt er kritiek geleverd op de maatschappij.
Slide 22 - Tekstslide
Leg uit waarom deze afbeelding een parodie/persiflage is.
Slide 23 - Open vraag
Parodie/persiflage, want:
Bij een parodie maak je een bestaand werk na én voeg je er iets aan toe (of je verandert iets).
Daarnaast is het spottend bedoeld.
Hier wordt bedoeld dat je dik wordt van het eten van McDonalds.
Slide 24 - Tekstslide
Leg uit waarom deze afbeelding een parodie is op het origineel. En wat was de bedoeling?
Parodie
Origineel
Slide 25 - Open vraag
Parodie/persiflage, want:
Bij een parodie maak je een bestaand werk na én voeg je er iets aan toe (of je verandert iets).
Daarnaast is het spottend bedoeld.
Hier wordt 'meegelift' op het succes van de comedian Maurizio Cattelan. De Carrefour (supermarkt) behaalde hiermee duizenden likes, shares en comments op Sociale media.