SV 26 - Perspectief

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Auteur, verteller en perspectief
In een literair werk wordt een verhaal verteld. Daarbij is het van belang dat we verschillende onderscheiden maken: 

- De auteur/ schrijver is de persoon die het literaire werk heeft bedacht en opgeschreven;
- De verteller is degene die in het boek het verhaal aan de lezer presenteert;
- Het perspectief is het standpunt van waaruit de verteller de gebeurtenissen beschrijft. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Heb je H26 gelezen? (huiswerk...)
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

1A. De schrijver is de verteller van het verhaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

1B. De alwetende verteller speelt zelf een rol in het verhaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

1C. Een verhaal in het wisselend perspectief kan in de eerste of derde persoon geschreven zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

1D. Bij het perspectief van de personale verteller kan de lezer in de hoofden van alle personages kijken.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Perspectieven
In een verhaal vinden vaak veel gebeurtenissen plaats, waarbij meerdere personen zijn betrokken. Ieder personage beleeft deze gebeurtenissen op zijn eigen manier. 

Hoe je deze gebeurtenissen als lezer meekrijgt, hangt af van het perspectief waarvoor de schrijver kiest. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Maak opdracht 3 en 4 op blz. 107

Slide 19 - Tekstslide