Presentatie Saxion grammaticales

Welkom bij deze presentatie:

 Grammaticales over het onderwerp.

Doelgroep th1

Differentiatie mogelijk

Tijdens deze presentatie kunnen jullie mij online tips en tops geven.
Wil je inloggen op: www.lessonup.com

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij deze presentatie:

 Grammaticales over het onderwerp.

Doelgroep th1

Differentiatie mogelijk

Tijdens deze presentatie kunnen jullie mij online tips en tops geven.
Wil je inloggen op: www.lessonup.com

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
Ik kan het onderwerp benoemen.

We herhalen de volgende doelen:
Ik kan de persoonsvorm benoemen.
Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.

Dit heet redekundig ontleden.

Slide 2 - Tekstslide

In de methode: Leertekst: Onderwerp 1 
Het onderwerp (o) geeft aan wie of wat iets doet.
We zeggen ook wel: het is de hoofdrolspeler van de zin.

Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar, want:
• ze staan meestal naast elkaar;
De keeper rende richting de bal.
Daarna rende hij snel terug naar zijn doel.
• als de pv enkelvoud is, is het onderwerp ook enkelvoud;
Dave schopte de bal naar Jamie.
• als de pv meervoud is, is het onderwerp ook meervoud.
Dave en Jamie maakten samen een doelpunt.

Slide 3 - Tekstslide

Talent heeft een uitlegfilmpje bij.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Wat vind je van deze leertekst en de video en waarom?
Graag je naam opschrijven en je mening.

Slide 6 - Open vraag

verwerkingsopdrachten in Talent
Er is een opdracht met vragen over de leertekst.
Deze vragen kun je beantwoorden als je de tekst goed hebt gelezen. In deze opdracht wordt ook al gevraagd om deze theorie toe te passen.

Slide 7 - Tekstslide

Er is een samenwerkingsopdracht
Het Grote Onderwerpen Spel.

Werk samen met drie klasgenoten. Dit spel heeft vier rondes. Onder dit tekstje staan vier zinnen. In ronde 1 leest leerling A zin 1 voor en gooit met een dobbelsteen. Het aantal ogen op de dobbelsteen staat voor het aantal zinsdelen. Met het aantal zinsdelen op de dobbelsteen maken alle groepsleden een onderwerp dat in de zin past. Vervolgens is leerling B aan de beurt om de dobbelsteen te gooien. Nadat iedereen heeft gegooid, lezen alle groepsleden hun verhaal voor. Noteer jouw zinnen. Wie heeft het vreemdste/grappigste/leukste verhaal?
1 ... gaan elk jaar naar Frankrijk.                              2 ... maken altijd veel lawaai en rotzooi
3 Daarom mogen ... dit jaar niet mee.           4 ... zal ook blij zijn met dit nieuws!

Slide 8 - Tekstslide

Als laatste is er een totaalopdracht.
Hierin laten de leerlingen zien dat ze de doelen beheersen. 
Ze moeten de persoonsvorm en het onderwerp kunnen onderstrepen en de zin in zinsdelen verdelen.

Slide 9 - Tekstslide

Mijn les wijkt af omdat:
  • ik de uitleg niet duidelijk genoeg     vind.
  • ik vind dat de leerlingen meer           moeten inoefenen.
  • dit basisschoolstof is, maar dat is   bij velen weggezakt en dus geef     ik  de mogelijkheid om extra te   oefenen.

Slide 10 - Tekstslide

Een deel van de les:

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het onderwerp en hoe vind je dat?

Slide 12 - Open vraag

onderwerp
Het onderwerp (o) geeft aan wie of wat iets doet.

We zeggen ook wel: het is de hoofdrolspeler van de zin.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe vind je het onderwerp?
  • Het onderwerp is wie iets doet of wat iets doet
  • Je stelt de vraag wie (of wat) + pv.

Slide 14 - Tekstslide

4

Slide 15 - Video

03:48
Wat is het onderwerp in deze zin?

De meester zegt Joris gedag.
A
De meester
B
zegt
C
Joris
D
gedag.

Slide 16 - Quizvraag

03:48
Wat is het onderwerp in deze zin?

Hij wenst hem een fijne dag.
A
Hij
B
wenst
C
hem
D
een fijne dag.

Slide 17 - Quizvraag

03:48
Wat is het onderwerp in deze zin?

Buiten ziet Joris zijn moeder.
A
Buiten
B
ziet
C
Joris
D
zijn moeder

Slide 18 - Quizvraag

03:48
Wat is het onderwerp?

Lacht zij vrolijk naar hem?
A
Lacht
B
zij
C
vrolijk
D
hem

Slide 19 - Quizvraag

even oefenen
Als je het nog lastig vindt kun je nog meer oefenen:

In de les kunnen de leerlingen extra oefenen binnen lesson up.

Slide 20 - Tekstslide

Aan het einde herhaal ik de leerdoelen en vraag ik hoe het vinden van het onderwerp gaat.
In deze paragraaf leer je:
Ik kan het onderwerp benoemen.

We herhalen de volgende doelen:
Ik kan de persoonsvorm benoemen.
Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.

Dit heet redekundig ontleden.

Slide 21 - Tekstslide

De leerlingen kunnen aan het huiswerk beginnen.
Maak van 1.7 opdracht 1a, 2,3,5,6,
Ben je klaar dan kun je verder met
7, 8, 9, 11,  12, 13 , 15, 16 en 18 van 1.7 ( grammatica)
Als je klaar bent met alle opdrachten dan vul je overhoor jezelf 1.7 in.
Daarna maak je test jezelf van 1.7 
Misschien moet je oefenen met versterk jezelf.

Slide 22 - Tekstslide

Hebben jullie vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Delen van de les en presentatie.
Ik kan de link delen via de mail, zodat jullie de les en presentatie kunnen bekijken. 
Of je kunt via deze link de les bekijken:
de link van de presentatie:
In mijn klas deel ik de lessen met de leerlingen, zodat zij de les kunnen terugkijken.

Slide 24 - Tekstslide

Graag ontvang ik van jullie de tips.
(wil je je naam erbij zetten)

voor de zekerheid maak ik een foto van de antwoorden

Slide 25 - Open vraag

Graag ontvang ik van jullie de tops.
(wil je je naam erbij zetten)

voor de zekerheid maak ik een foto van de antwoorden.

Slide 26 - Open vraag

Hartelijk dank voor jullie aandacht en tips en tops.

Slide 27 - Tekstslide