Herhaling H4 4V

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

WWJNV Hoofdstuk 4?

Boeken dicht!

Waar ging H4 over?

1. Moleculaire stoffen
2. Of de echte kerstboom een spar of den is
3. Zouten
4. Metalen

Wat weten jullie
nog over zouten?
(steekwoorden)

Hoe goed weet je het nog?
(1 = alles vergeten, 10 = weet alles nog)

110

Sleep de onderdelen naar de bijbehorende begrippen

Ionrooster

NH₄⁺

SO₄^2-

OH^-

Ammoniumion

Sulfaation

Hydroxide-ion

Wat is de systematische naam van

FeCl₃

1. IJzertrichloride
2. Tri-ijzermonochloride
3. IJzer(III)chloride
4. IJzerkoolstoftrijodide

Waar zijn onderstaande ionen voorbeelden van?

NH₄⁺, OH^-, SO₃^2-, PO₄^3-, S₂O₃^2-

1. zouten
2. molecuul-ionen
3. waterstofbruggen
4. samengestelde ionen

Wat zien we op de foto?

1. Kristalwater
2. Hydratatie
3. Indampen
4. Zoutreactie

Sleep de woorden naar de juiste plaats

Verzadigd

Onverzadigd

Oververzadigd

Maak af:

CaO (s) + H₂O (l) -> ............................................

1. CaO(aq)
2. Ca​2+​​(aq)+O​2−​​(aq)
3. Ca​2+​​(aq)+2OH​−​​(aq)
4. CaO(s)

Een zout dat water heeft opgenomen noem je ....

1. een zouthydraat
2. kristalwater
3. calciumsulfaat
4. samengesteld ion

Stel, je hebt kopersulfaat-pentahydraat, en je gaat dat verhitten. Sleep de onderdelen naar de goede plekken om de reactievergelijking kloppend te maken.

CuSO₄ · 5 H₂O (s)

->

CuSO₄ (s)

+

5 H₂O (l)

Let op!

Voor de volgende vragen heb je binas en rekenmachine nodig.

Geef het antwoord:
- zonder decimalen

- zonder eenheid

- maak geen gebruik van significantie

(dus 154,6 g/L vul je in als:    155    )

Je maakt 2 liter van een 4M kaliumjodide-oplossing (KI (aq)). Hoeveel gram kaliumjodide heb je nodig?
0 decimalen, geen eenheid, geen significantie

Uitleg

1 liter oplossing bevat 4 mol, 2 liter bevat dus 8 mol.

Je moet dus 8 mol oplossing in 2 liter.

1 mol KI = 166,00 g (Binas 98), dus 8 mol =

8 * 166,00 = 1328 g (invullen als 1328)

Combineer de items links met het juiste antwoord.

Het aantal mol
in 199 gram CuO

De molmassa van
5 H₂O

Het aantal moleculen in 1 mol

2,5

18,02

6,02 · 10²³

7,3

8,7

0,003

15829

90,1

0,399

Nogmaals: hoe goed wist je het nog?
(1 = alles vergeten, 10 = weet alles nog)

110