Wie of wat + gezegde (alle werkwoorden) + onderwerp
Mijn broer heeft zijn vrouw een nieuw horloge gegeven.
Ik moet voor de wasmachine een nieuwe deur bestellen.
Vorige week wilden Bart, Kees en Ben een cadeaubon gaan kopen.
Slide 7 - Tekstslide
Starttaal:spelling
Hoofdletters
Meervoudsvormen
Aaneenschrijven
Slide 8 - Tekstslide
Maak de oefeningen!
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdletters
Belangrijke punten
Bij namen:
Ellen van Dam > mevrouw Van Dam > E. van Dam
dokter Van Dam
Feestdagen (afleidingen niet!):
Kerstmis, Suikerfeest, Pasen, Moederdag
kerstdiner, sinterklaascadeau, paasei
Slide 10 - Tekstslide
Hoofdletters
Religieuze begrippen:
Religieuze begrippen beginnen met een kleine letter. Begrippen die iets heiligs aanduiden, zoals de namen van heiligen of heilige boeken, beginnen wel met een hoofdletter.
de Bijbel een bijbel Bijbellezing
Allah islam een rabbi (joodse geleerde)
joden, katholieken, indianen, zigeuners
Slide 11 - Tekstslide
Meervoud
Extra 'e':
De regel is: wanneer de klemtoon (van het woord dat eindigt op ‘ee’ of op ‘ie’) op de laatste lettergreep valt, komt er in het meervoud een extra ’e’ bij.
idee ideeën
provincie provinciën
Slide 12 - Tekstslide
Meervoud
's of -s vast?
Wanneer het tot spraakverwarring leidt, schrijven we in het meervoud de ‘s’ niet vast aan het woord wanneer dat tot spraakverwarring leidt:
radio's oma's taxi's panty's
cadeaus recepties smartphones
Slide 13 - Tekstslide
Aaneenschrijven
Belangrijk: let op het koppelteken bij klinkerbotsingen
Je spreekt van een klinkerbotsing als twee klinkers die naast elkaar komen, een nieuwe klank vormen.
autoongeluk = auto-ongeluk
meeeter = mee-eter
radioomroep = radio-omroep
Slide 14 - Tekstslide
Ga aan de slag met opdrachten die je nog niet hebt gedaan!
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.