Zinsdelen

• Nederlands
• Hoger onderwijs

Zinsdelen

Zin met twee woorden

Welke zin past niet in het rijtje?

1. Melk maakt je botten sterk.
2. Melk drinkt mijn broer graag warm.
3. Melk laat kleine kalfjes groeien.
4. Melk maakt boeren rijk.

Dat boek word je morgen geschonken.
Deze zin is...

1. JUIST
2. FOUT

Stromae geeft morgen een concert in de AB in Brussel. 
Wat is het direct object?

1. Stromae
2. een concert
3. geeft
4. de AB

Je vriend had het mij niet mogen vertellen.
Wat is het direct object?

1. vriend
2. mij
3. het
4. je vriend

De docent geeft de student een complimentje. 
Wat is het indirect object?

1. de docent
2. de vlijtige student
3. een complimentje
4. geeft

Hij schreef dat liedje voor mij. 
Wat is niet juist?

1. hij = onderwerp
2. dat liedje = direct object
3. voor mij = indirect object
4. voor mij = direct object

Angèle kondigt een nieuwe plaat aan en zullen optredens geven in de AB.
Deze zin is ....

1. JUIST
2. FOUT

De politie arresteerden de brandstichters.

1. JUIST
2. FOUT

De directrice of de burgemeester moest ontslag nemen.

1. JUIST
2. FOUT

Het bedrijf heeft veel werknemers al jaren in dienst en investeren daarom in loyaliteitsprogramma’s.

1. JUIST
2. FOUT

Het bedrijf heeft veel werknemers. Ze investeren daarom in loyaliteitsprogramma’s.

1. JUIST
2. FOUT

Een op de zeven jongeren heeft mentale prolemen.

1. JUIST
2. FOUT

Het wordt heel mooi weer vandaag.

Wat is juist?

1. Dit is een bijzin
2. Dit is een samengestelde zin
3. Dit is een hoofdzin
4. Dit is een zin met inversie

Toen Omar bij zijn oma woonde, kwam ik er vaak.
Wat is juist?

1. Eerst een hoofdzin en dan een bijzin
2. Eerst een hoofdzin en dan een hoofdzin
3. Eerst een bijzin en dan een hoofdzin
4. Eerst een bijzin en dan een bijzin

Ik weet zeker dat ik dit jaar slaag voor al mijn examens.
Wat is juist?

1. Enkelvoudige hoofdzin
2. Eerst een hoofdzin en dan een hoofdzin
3. Samengestelde bijzin
4. Eerst een hoofdzin en dan een bijzin

Dat hij zou slagen voor dat examen, was geen verrassing.
Wat is juist?

1. Eerst een bijzin en dan een hoofdzin
2. Eerst een hoofdzin en dan een hoofdzin
3. Eerst een hoofdzin en dan een bijzin
4. Eerst een bijzin en dan een bijzin

Julia wordt door de taxi naar huis gebracht.

In deze paper wordt bewezen dat telewerk niet altijd nuttig is.

Hierbij kunnen door de medewerkers de volgende punten worden vastgesteld...

Het antwoord zal u worden gegeven door een van onze medewerkers

Dat boek heb ik aan je moeder gegeven.  
Wat is 'dat boek'?

1. subject
2. direct object
3. indirect object
4. bijzin

zodra de maatregelen het toelaten vertrekken we vol vreugde moed en motivatie opnieuw naar de campus om les te volgen

Dit woord moet beginnen met een hoofdletter.

,

,

.

Maak een zo lang mogelijke correcte zin met minstens één S, V, DO en IO.
Kies minstens 5 woorden uit de woordenlijst.
Gebruik correcte leestekens.