Les 3 - H5.1AB +5.2A

De stelling van Pythagoras
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De stelling van Pythagoras

Slide 1 - Tekstslide

Je weet al:
- Hoe je een getal afrondt
- Wat de rekenvolgorde is en hoe je die gebruikt
- Hoe je het kwadraat van een getal berekent
- Hoe je de wortels trekt
- Hoe je de verschillende soorten driehoeken herkent
- Hoe je de omtrek en oppervlakte van vlakke figuren berekent
- Hoe je een vergelijking oplost met de balansmethode
- Wat een assenstelsel is en hoe je de coördinaten van een punt afleest

Slide 2 - Tekstslide


Op de volgende slides gaan we dit testen

Slide 3 - Tekstslide

Rond 3,53902 af op 1 decimaal:
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Welke van onderstaande getallen zijn uitkomsten van een kwadraat en welke niet?
Wel een uitkomst van een kwadraat:
Geen uitkomst van een kwadraat:
1
4
18
36
56
100

Slide 5 - Sleepvraag

Welke uitkomst van onderstaande wortels is een geheel getal en welke niet?
Uitkomst is geen geheel getal:
Uitkomst is een geheel getal:
√12
√16
√36
√42
√64
√81

Slide 6 - Sleepvraag

Zet de juiste naam bij de driehoeken:
Gelijkbenige driehoek
Gelijkzijdige driehoek
'Normale' driehoek
Rechthoekige driehoek
Driezijdige driehoek
Driebenige driehoek
Puntige driehoek

Slide 7 - Sleepvraag

Stelling van Pythagoras
In elke rechthoekige driehoek geldt: 
oppervlakte I + oppervlakte II = oppervlakte III

Slide 8 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte van het groene vierkant

Slide 9 - Open vraag

Bereken de oppervlakte van het groene vierkant

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

rechthoekige driehoek

een rechthoekige driehoek heeft een rechte hoek

de zijdes van de rechthoekige driehoek hebben speciale namen. 

Slide 12 - Tekstslide

namen van de zijdes

de rechthoekszijden liggen direct naast de rechte hoek

de schuine zijde ligt tegenover de rechte hoek. 

Slide 13 - Tekstslide

De zijde van rechthoekige driehoeken
BC
Rechthoekszijde
AB
rechthoekszijde
AC
schuine zijde

Slide 14 - Tekstslide

schuine zijde = hypotenusa

Slide 15 - Tekstslide

Stelling van Pythagoras
Deze driehoek
AB2+AC2=BC2   
of

AC2+AB2=BC2

Slide 16 - Tekstslide

welke zijden zijn de rechtshoekzijden in deze driehoek?
A
PQ en QR
B
PR en QR
C
PQ en PR

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de stelling van Pythagoras voor deze driehoek?
A
PQ2+QR2=PR2
B
PQ2+PR2=QR2
C
PR2+QR2=PQ2
D
PR2+PQ2=QR2

Slide 18 - Quizvraag

welke zijden zijn de rechthoekszijden in deze driehoek?
A
KL en LM
B
LM en KM
C
KL en KM

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de stelling van Pythagoras voor deze driehoek?
A
KM2+KL2=ML2
B
KM2+LM2=KL2
C
LM2+KM2=KL2
D
KL2+LM2=KM2

Slide 20 - Quizvraag

LET OP
de stelling van pythagoras:


geldt alleen een rechthoekige driehoek

Slide 21 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
Hoe kun je in een rechthoekige driehoek de schuine zijde berekenen als de twee rechthoekszijden gegeven zijn?

Maak eerst een schets van ΔABC. Zorg dat ∠A = 90°.

Slide 22 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
Hieronder een schets

Slide 23 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
Hieronder een schets
∠A = 90°, dus
AB2 + AC2 = BC2

 


Slide 24 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
∠A = 90°, dus
AB2 + AC2 = BC2
102 + 52 = BC2
 


Slide 25 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
∠A = 90°, dus
AB2 + AC2 = BC2
102 + 52 = BC2
100 + 25 = BC2
  


Slide 26 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
∠A = 90°, dus
AB2 + AC2 = BC2
102 + 52 = BC2
100 + 25 = BC2
BC2 = 125

  


Slide 27 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
∠A = 90°, dus
AB2 + AC2 = BC2
102 + 52 = BC2
100 + 25 = BC2
BC2 = 125
BC = √125 ≈ 11,2 cm


  


Slide 28 - Tekstslide

Kan je de schuine zijde uitrekenen?
Ja, ik wil graag aan mijn huiswerk
Nee, ik vind het nog lastig en ik wil graag samen nog een voorbeeld doen

Slide 29 - Poll

5.2A De schuine zijde berekenen
∠M = 90°, dus
KM2 + LM2 =KL2

 


Slide 30 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
∠M = 90°, dus
KM2 + LM2 =KL2
132 + 252 = KL2

 


Slide 31 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
∠M = 90°, dus
KM2 + LM2 =KL2
132 + 252 = KL2
169 + 625 = KL2 



Slide 32 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
∠M = 90°, dus
KM2 + LM2 =KL2
132 + 252 = KL2
169 + 625 = KL2 
KL2 = 794



Slide 33 - Tekstslide

5.2A De schuine zijde berekenen
∠M = 90°, dus
KM2 + LM2 =KL2
132 + 252 = KL2
169 + 625 = KL2 
KL2 = 794
KL = √794 ≈ 28,2




Slide 34 - Tekstslide