unit 6

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

unit 6

closer to nature

leren: vocabulary p. 83 ex 1,2

leren: grammar p. 84 prepositions ex 1-3 + push yourself ex 1-3

leren: speaking p. 85 ex 4

leren: grammar relative clauses p. 87 ex 1-5

leren: vocabulary p. 88 ex 1-2

leren: real world p. 93 ex 6, 7

relative clauses

restrictive relative clause

Je kunt who en which vervangen door that.

Als het niet het onderwerp is van de bijzin mag je het relative pronoun ook weglaten.

Je gebruikt in deze zin geen komma's.

De bijzin is noodzakelijk om de hoofdzin goed te begrijpen.

non-restrictive relative clause

Je mag who en which niet vervangen door that

Je mag het relative pronoun niet weglaten

De bijzin staat tussen komma's

Je hebt de bijzin niet nodig om de hoofdzin te begrijpen; het is extra informatie.

relative pronouns

who

which

that

whom

whose

when

where

why

The man ... I saw at the station yesterday was on the news.

1. which
2. that
3. who
4. x

Make one sentence. I almost ate an apple. There was a worm in the apple

We gave the anniversary party at the restaurant .... mum and dad had their wedding dinner 25 years afo.

1. which
2. who
3. when
4. where

Make one sentence. The girl's sister is rich. The girl is envious of her sister

I will never the moment .... I realised that I had been arrogant and selfish.

1. where
2. that
3. when
4. x

https: