2324 Tekstsoorten en tekstdoelen

Tekstsoorten

1) Informatieve tekst / Uiteenzetting

2) Betogende tekst / betoog

3) Beschouwende tekst / beschouwing

Tekstdoelen

1) Informeren
2) Uiteenzetten
3) Overtuigen
4) Tot actie aanzetten
5) Beschouwen
6) Vermaken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Tekstsoorten

1) Informatieve tekst / Uiteenzetting

2) Betogende tekst / betoog

3) Beschouwende tekst / beschouwing

Tekstdoelen

1) Informeren
2) Uiteenzetten
3) Overtuigen
4) Tot actie aanzetten
5) Beschouwen
6) Vermaken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hier zie je allerlei meningen aan bod komen (ieder met zijn eigen argumenten), ook die van de schrijver zonder dat je het idee krijgt dat je juist zijn standpunt moet overnemen.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 5 - Quizvraag

Deze tekstsoort is het beste te vergelijken met een handleiding.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 6 - Quizvraag

Dit is een zakelijke, objectieve tekst.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 7 - Quizvraag

Hierin zie je de stelling van de schrijver plus zijn argumenten. Het doel van de schrijver is dat je zijn mening moet overnemen.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 8 - Quizvraag

Je moet wel (of juist geen) actie ondernemen.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Adviseren

Slide 9 - Quizvraag

Het doel is om je van zijn mening te overtuigen. Je moet hetzelfde standpunt krijgen als de schrijver
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 10 - Quizvraag

In lange examenteksten kan heel goed een combinatie van de tekstsoorten voorkomen, zoals een betoog gecombineerd met een uiteenzetting.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Je moet kennis opdoen, iets te weten komen.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Adviseren
D
Amuseren

Slide 12 - Quizvraag

Tekstsoort
Tekstdoel
Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Informeren
Overtuigen
Adviseren
Activeren
Amuseren

Slide 13 - Sleepvraag

De schrijver vertelt in tekst P over het ontstaan en de historische ontwikkelingen bij de homeopathie.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 14 - Quizvraag

De auteur van tekst S is van mening dat de homeopathisch arts het uiteindelijk zal winnen van zijn reguliere collega, omdat zijn behandeling van de patiënt kil en onsympathiek is.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 15 - Quizvraag

De auteur maakt in tekst R de alternatieve geneeswijze als homeopathie aan de lopende band belachelijk door bijvoorbeeld de denkwijze van de arts en de enorme verdunningen op de hak te nemen.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 16 - Quizvraag