Kader - Les 28 "Woordspeling en beeldspraak"

Vandaag
  • Terugblik 
  • Nieuwe theorie 
  • Aan de slag!
  • Nakijken 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Terugblik 
  • Nieuwe theorie 
  • Aan de slag!
  • Nakijken 

Slide 1 - Tekstslide

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 2 - Woordweb

Ik slik elke dag een vitaminepil om te voorkomen dat ik griep krijg.
A
Tijd
B
Doel en middel
C
Opsomming
D
Tegenstelling

Slide 3 - Quizvraag

Ten eerste vind ik Amsterdam een mooie stad en verder vind ik het een gezellige stad.
A
Oorzaak en gevolg
B
Opsomming
C
Doel en middel
D
Tijd

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het doel van een inleiding?

Slide 6 - Woordweb

Inleiding
Doel: lezer nieuwsgierig maken
- Reden geven voor schrijven
- Voorbeeld geven
- Opbouw van de tekst aangeven
- Mening verwoorden
- Belangrijkste informatie geven

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het doel van een kern?

Slide 8 - Woordweb

Kern
Alinea's die met elkaar te maken hebben.
- Opsomming
- Voorbeeld of tegenstelling
- Doel en middel
- Vraag en antwoord
- Oorzaak en gevolg
- Mening en argument

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het doel van een slot?

Slide 10 - Woordweb

Slot
Verschillende functies
- Samenvatting geven
- Conclusie trekken
- Advies geven
- Vraag stellen
- Verwachting uitspreken
Let op: Soms heeft een alinea een dubbele functie

Slide 11 - Tekstslide

Les 28

Slide 12 - Tekstslide

Beeldspraak
  • Vergelijking werkelijkheid met een ‘beeld’
  • Mooier, sterker, duidelijker, opvallender of grappiger maken
  • Herkenbaar door:
    Woorden: ‘als’, ‘alsof’, ‘net’, ‘van’
    Werkwoorden: ‘lijken’, ‘zijn’


Slide 13 - Tekstslide

Zij is zo trots als een pauw.

Slide 14 - Tekstslide

Woordspeling
  • Lezer op het verkeerde been zetten en laten nadenken
  • Humoristisch effect
    Woord(en) met dubbele betekenis
    Aanpassen van (letters van een) woord, of de woordvolgorde

Slide 15 - Tekstslide

De glazenzetter sloeg een voorraad ruiten in.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Heb je een vraag? Dan steek je je vinger op. 
  • Je mag individueel of in tweetallen werken. 
  • Maak opdracht 1 tot en met 13 van les 28. 
  • Lees de theorie nog een keer door bij opdracht 2 (Dit is ook de opdracht!) 
  • We gaan het samen nakijken. 

Slide 17 - Tekstslide