V5 Herhaling V4 argumenteren

Standpunt of argument?
Standpunt 

WANT                                     DUS

Argument 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Standpunt of argument?
Standpunt 

WANT                                     DUS

Argument 

Slide 1 - Tekstslide

Iedereen moet twee keer in de week vis eten.

WANT                                     DUS
Het eten van vis is goed voor hart en bloedvaten.

Slide 2 - Tekstslide

STANDPUNT
ARGUMENT
De regering moet een landelijk vuurwerkverbod instellen.
De hoge druk op huisartsenposten en spoedeisende hulp in oudjaarsnacht moet omlaag.

Slide 3 - Sleepvraag

Of iets uitgebreider...
Standpunt 
WANT                                     DUS
Argument 
WANT                                      DUS
Subargument

Slide 4 - Tekstslide

Iedereen moet twee keer in de week vis eten.
WANT                                     DUS
Het eten van vis is goed voor hart en bloedvaten.
WANT                                      DUS
Vis bevat gezonde vetzuren die vlees niet bevat.

Slide 5 - Tekstslide

STANDPUNT
ARGUMENT
SUBARGUMENT
Er moet meer aandacht komen voor de mentale gezondheid van studenten. 
Steeds meer studenten kampen met burn-outklachten, nog voordat ze de arbeidsmarkt betreden
Onderzoeken tonen aan dat studenten 63% meer stress ervaren dan de studenten van tien jaar geleden. 

Slide 6 - Sleepvraag

We maken onderscheid tussen:
  • Feitelijke (objectieve) argumenten 
Gebaseerd op onderzoeken / cijfers / feiten. Controleerbaar. Hiermee kun je het niet oneens zijn. 
  • Waarderende (subjectieve) argumenten  
Gebaseerd op ervaringen / opvattingen. Niet te controleren. Men kan erover van mening verschillen. 

Slide 7 - Tekstslide

We moeten kiesdrempel van minstens 3% invoeren, want het grote aantal kleine partijen in de Tweede Kamer maakt het bijna onmogelijk om Nederland te regeren.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 8 - Quizvraag

Varkens worden in Nederland erg slecht behandeld. Daarom kun je beter geen varkensvlees eten.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 9 - Quizvraag

Er moet een DNA-databank van alle Nederlanders komen. Het wordt dan mogelijk om grote bevolkingsonderzoeken naar erfelijke ziekten te doen.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 10 - Quizvraag

In het bedrijfsleven heeft iedereen een aantal snipperdagen. Ik vind dat leerlingen in het voortgezet onderwijs daar ook recht op hebben.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 11 - Quizvraag

Tegenargument & weerlegging

Een tegenargument of weerlegging gaat in tegen een  standpunt of argument. 

Als we een tegenargument ontkrachten, noemen we dat meestal weerlegging.

Slide 12 - Tekstslide

Tegenargument
Standpunt: Er moet op school tussen de middag een gezonde maaltijd voor leerlingen geserveerd worden.
Argument: Dat zal helpen in de strijd tegen overgewicht.
Tegenargument: Het is niet de taak van scholen om leerlingen te voeden.


Slide 13 - Tekstslide

Weerlegging
Standpunt: Er moet op school tussen de middag een gezonde maaltijd voor leerlingen geserveerd worden.
Argument: Dat zal helpen in de strijd tegen overgewicht.
Tegenargument: In Engeland serveren ze al jaren een schoolmaaltijd en het overgewicht is daar niet afgenomen.

Weerlegging:  Misschien serveren ze in Engeland ongezonde maaltijden, dan helpt het inderdaad niet. Hier willen we gezonde maaltijden serveren.


Slide 14 - Tekstslide

(in)directe standpunten
In teksten worden standpunten niet altijd direct geformuleerd. 

Bijvoorbeeld: ''Het transferbedrag voor die voetballer is 200 miljoen dollar; alsof hij Messi of Neymar is!'' 
Betekent eigenlijk: ''Die voetballer is voor te veel geld aangekocht.''

Als gevraagd wordt om het standpunt uit een tekst te halen, kan het zijn dat het niet direct geformuleerd is. In dat geval moet je goed lezen en het een beetje herformuleren. 

Slide 15 - Tekstslide

We moeten een kiesdrempel van minstens drie procent invoeren. Het grote aantal kleine partijen in de Tweede Kamer maakt het bijna onmogelijk om Nederland te regeren.
- Zonder kiesdrempel voelen minderheden zich ook vertegenwoordigd.
A
zin 1 is een tegenargument
B
zin 2 is een tegenargument
C
zin 3 is een tegenargument

Slide 16 - Quizvraag

Varkens worden in Nederland erg slecht behandeld. Daarom kun je beter geen varkensvlees eten.
- Sinds er alleen nog maar vlees met een ster verkocht mag worden, zijn de omstandigheden in de stallen sterk verbeterd.
A
zin 1 is het standpunt, zin 2 en 3 zijn argumenten
B
zin 1 en 2 zijn argumenten, zin 3 is het standpunt
C
zin 1 is een tegenargument, zin 2 het standpunt en zin 3 een argument
D
zin 1 is een argument, zin 2 is het standpunt en zin 3 is een tegenargument

Slide 17 - Quizvraag

Er moet een DNA-databank van alle Nederlanders komen. Het wordt dan mogelijk om grote bevolkingsonderzoeken naar erfelijke ziekten te doen.
- Het is wel een grove schending van ieders privacy.
A
zin 1 is het standpunt, zin 2 een argument en zin 3 een tegenargument
B
zin 1 en 2 zijn argumenten, zin 3 is het standpunt
C
zin 1 is een tegenargument, zin 2 het standpunt en zin 3 een argument
D
zin 1 is een argument, zin 2 is het standpunt en zin 3 is een tegenargument

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide