Poëzie - LL M4 - les 9

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

ma. 13 jun - 4V3 - 8e uur

• GPW do. 16/6 --> LL module 1, 2 en 4 (zo ver als dat we komen in de lessen) 
• SE boek 4 (duopresentatie) --> elk duo op eigen ingeroosterd moment

ma. 13 jun - 4V3 - 8e uur

Lesdoel:

Aan het einde van de les heb je een overzicht van de volledige poëzietheorie voor het proefwerk én het is duidelijk voor je wat er van je wordt verwacht bij het SE over boek 4

ma. 13 jun - 4V3 - 8e uur

• SE literatuur boek 4 - duopresentatie
• Bespreken de te bestuderen theorie §4.1 t/m 4.9
  
• Bespreken huiswerk: opdracht 18 blz. 116-117
• Bespreken opdr. 19 blz. 116 met songtekst MEAU
• Lezen in je boek

Theorie §4.1 t/m 4.5

• Noem drie essentiële verschillen tussen gedichten en verhalende teksten: 
• presentatie 2x - verwoording 2x - herhaling 3x: 
• de overeenkomst van klanken in niet ver van elkaar verwijderde beklemtoonde lettergrepen:
• rijm op basis van vorm 2x:
• halfrijm 2x:
• rijm op basis van plaats 1x:
• rijmschema:

Theorie §4.1 t/m 4.5

• ik-figuur:
• lyrisch-ik:
• verteller:
• focalisator:
• strofevormen:
• enjambement:
• metrum: --> hoef je niet toe te kunnen passen!
• antimetri:
• ritme:

Theorie §4.6 t/m 4.9

• gedichten zonder vaste strofebouw, herkenbaar rijmschema en metrum: 
  
• De woorden van een gedicht zijn meer dan in het alledaags taalgebruik geordend door klankherhaling (rijm), de nadruk ligt meer dan bij verhalen en romans op het talige karakter van de tekst:
• een gedicht bestaande uit drie kwatrijnen en een distichon:
• een gedicht waarvan de beginletters of -woorden van de verzen of strofen samen een naam vormen:
• gedichten met vaste strofebouw, herkenbaar rijmschema en metrum: 

Theorie §4.6 t/m 4.9

• een gedicht over de dood van een geliefde of andere droevige gebeurtenis, ook wel: klaagzang of treurzang
• een gedicht van 14 regels, meestal een octaaf van twee kwatrijnen en een sextet van twee terzetten: 
• de overgang binnen de inhoudelijke tegenstelling van een sonnet:
• een gedicht waar een dichtbundel de titel aan ontleent:
• een lofzang op iets of iemand:
• mogelijke leesaanwijzingen van de dichter:
• een lofzang op een held of een god:

Bespreken opdr. 18 blz. 116-117

Bespreken opdr. 19 bij songtekst MEAU

Wat zouden goede toetsvragen zijn bij deze songtekst?

Lekker lezen

Succes met de gpw's & SE's!