Trede 14: schrijven ORANJE

Nederlands trede 14
kort en bondig: schrijven
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands trede 14
kort en bondig: schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Lieve leerlingen,
Welkom bij trede 14. 

Je gaat de komende weken aan de slag met 2 dingen: lezen en schrijven
We gaan nu verder met schrijven. Dit ga je leren:
1. Je gebruikt het begrip synoniem.
2. Je schrijft een eenvoudige onderhoudende tekst.

Lees de uitleg en maak de opdrachten. 
Vragen? Stel je vraag in de chat of via Google Meet. Succes!

Groetjes,
Mevrouw Sloterdijk

Slide 2 - Tekstslide

Synoniem

Synoniemen zijn woorden die ongeveer hetzelfde betekenen. 


De woorden 'patat' en 'friet' zijn twee verschillende woorden, maar betekenen hetzelfde!


Bekijk de uitleg in het volgende filmpje. 



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Dus: synoniemen of niet?

huis en woning
A
synoniemen
B
geen synoniemen

Slide 5 - Quizvraag

Dus: synoniem of niet?

boek en krant
A
synoniemen
B
geen synoniemen

Slide 6 - Quizvraag

Dus: synoniem of niet?

lamp en verlichting
A
synoniemen
B
geen synoniemen

Slide 7 - Quizvraag

Dus: synoniem of niet?

fiets en stalen paard
A
synoniemen
B
geen synoniemen

Slide 8 - Quizvraag

Dat ging top!

Je gaat nu oefenen met synoniemen.


Gebruik daarvoor deze link.


Ben je klaar? Kom dan hier terug!



Slide 9 - Tekstslide

Nu jij! Noteer hieronder 5 woorden van dingen die je om je heen ziet.

Ga daarna naar de website https://synoniemen.net/ en schrijf het synoniem erachter.

Slide 10 - Open vraag

Lekker bezig
Tijd voor een korte pauze!

We gaan zo verder.

Slide 11 - Tekstslide

Onderhoudende tekst
Wat is dat?

Een onderhoudende tekst is een tekst die leuk is om te lezen. Als je een tekst schrijft, moet je de lezer nieuwsgierig maken naar je verhaal. En je moet het hem makkelijk maken.

Slide 12 - Tekstslide

Uit welke onderdelen bestaat een tekst?

Slide 13 - Woordweb

Schrijven
Een tekst bestaat uit deze onderdelen:

- titel
- inleiding, middenstuk en slot
- alinea's
- duidelijke zinnen zonder spelfouten
- misschien een plaatje

Slide 14 - Tekstslide

Schrijven
Je gaat nu zelf stap voor stap een korte onderhoudende tekst schrijven. Dat doen we stap voor stap.

Allereerst hebben we een onderwerp nodig: iets wat jij hebt meegemaakt. 

Slide 15 - Tekstslide

Noteer hier jouw onderwerp.

Schrijf over iets dat je hebt meegemaakt, bijvoorbeeld een wedstrijd die je hebt gespeeld, of over een kamp of feest, of iets wat je thuis hebt meegemaakt.

Slide 16 - Open vraag

Maak een mindmap bij je onderwerp

Slide 17 - Woordweb

Inleiding
Schrijf nu de inleiding.

Hierin komt:
Een hele korte beschrijving van wat je hebt meegemaakt in 1 zin. Daarna komt de zin: 'En daar ga ik nu iets over vertellen!'

Typ je inleiding op het volgende scherm.

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf nu de inleiding.
Maak hele zinnen en let op spelling.

Slide 19 - Open vraag

Middenstuk
Hierin komt:
Een uitgebreidere beschrijving van datgene wat je hebt meegemaakt. Je gaat in op de vragen waar, wie, wat, wanneer en hoe?

Typ je middenstuk op het volgende scherm.

Slide 20 - Tekstslide

Typ hier je middenstuk

Tip: gebruik de vragen 'waar, wie, wat, wanneer en hoe?'

Slide 21 - Open vraag

Slot
Tijd om de tekst af te sluiten!

Hierin komt:
Wat je van de gebeurtenis vond en waarom je deze mening hebt. 

Typ het slot in het volgende scherm.

Slide 22 - Tekstslide

Typ hier het slot

Slide 23 - Open vraag

Schrijven
Je tekst is nu af. 

Je hebt de opdracht goed gemaakt, als het een onderhoudende tekst is geworden die leuk is om te lezen. Elke zin moet beginnen met een hoofdletter.

Slide 24 - Tekstslide

Goed bezig!
Dit was het voor deze week.

Heb je nog vragen? Stuur een mailtje, bericht in Hangout of stuur een uitnodiging in Meet.

Groetjes!

Slide 25 - Tekstslide