Tekst met goed gebruikte leestekens, leest vlot en makkelijk.
Tekst zonder goed gebruikte leestekens, leest moeizaam.
Eind van de zin: punt, uitroepteken, vraagteken
Na dubbele punt: voorbeeld, uitleg, opsomming, citaat
Aanhalingstekens: in citaten/iets op een andere manier te lezen
Komma: tussen twee gezegdes, opsomming, twee bn, bij woordjes als toch, ja, hoor, oké