§ 9 PVVT van sterke werkwoorden

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?

Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les weet je hoe je de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd kunt spellen en kun je werkwoorden met een ik-vorm op d of t correct spellen

Slide 2 - Tekstslide

Bij sterke werkwoorden verandert de persoonsvorm in de verleden tijd wel van klank: hang – hing; steel – stal; loop – liep. De spelling van deze werkwoorden komt aan bod in § 9.

Slide 3 - Tekstslide

Bij sterke werkwoorden verandert de persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt) van klank:
– breken → brak, braken; drinken → dronk, dronken; slapen → sliep, sliepen.

Slide 4 - Tekstslide

Zo schrijf je de persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
Schrijf het woord zo kort en eenvoudig mogelijk:
– rijden → reed, reden; bewegen → bewoog, bewogen
– ontbijten → ontbeet, ontbeten; liggen → lag, lagen

Slide 5 - Tekstslide

Luister naar het meervoud om erachter te komen of de persoonsvorm in het enkelvoud op een d of een t eindigt:
– bieden → (ik) bood (want: wij/jullie/zij boden)
– fluiten → (hij) floot (want: wij/jullie/zij floten)

Slide 6 - Tekstslide

Let op: een persoonsvorm in de verleden tijd enkelvoud eindigt nooit op dt.


Gebruik alleen twee dezelfde klinkers of medeklinkers achter elkaar als dat voor de uitspraak nodig is:
– schrikken → schrokken, maar: zitten → zaten
Zie ook Handig!: Schema werkwoordspelling blz. 290

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Zie ook "handig'
schema werkwoord-spelling blz. 290

Slide 9 - Tekstslide

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 10 - Tekstslide

H1E- 2022-2023

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik voor het maken van de opdrachten goed de theorie van blz. 256

Maken: opdr. 1 t/m 3 blz. 251
§9 SPELLING/ PV TT van sterke werkwoorden
maak je individueel en in stilte. 
Degene die naast je zit ook klaar? Dan maak je op fluistertoon opdracht 4. 

Slide 14 - Tekstslide

Snel klaar ? Dan ga je met je IPad naar:
De Brug Meestromen>>Spelling § 1 

Slide 15 - Tekstslide

Tekst
Tip: 
als ze sterk worden dan veranderen ze, net als een sterk werkwoord

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide