12.3 voedselvertering

12.3 voedselvertering
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

12.3 voedselvertering

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen

  1. je kunt uitleggen wat mechanische en chemische vertering inhoudt
  2. je kunt van alle organen uit het verteringsstelsel uitleggen wat hier gebeurt (mechanische-/ chemische vertering en overige belangrijke processen) met betrekking tot het hele verteringsproces

Slide 2 - Tekstslide

succescriteria
  1. je kent de definitie/ betekenis van alle dikgedrukte begrippen
  2. je kunt in je binas alle relevante tabellen vinden en je begrijpt de tabellen 
  3. je kunt de (verterings)organen herkennen in een afbeelding
  4. je weet wat enzymen zijn en van welke factoren de enzymwerking afhankelijk is
  5. je kent de 6 groepen voedingsstoffen, hun bouw en functie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

vertering
doel = voedingsstoffen klein genoeg maken om op te nemen in bloed

mechanische vertering = kauwen/ kneden (kleiner maken/ mengen)

chemische vertering = enzymatische vertering - enzymen knippen te grote voedingsstoffen kleiner

alles wat bruikbaar is neem je op in je darmen, restanten (onverteert/onverteerbaar) poep je uit

Slide 5 - Tekstslide

12.3.1 de mond
tanden en kiezen
verkleinen van voedsel en mengen met speeksel

speeksel = verteringssap met enzym amylase (splitst zetmeel in maltose)

3 paar speekselklieren (6 totaal)

Slide 6 - Tekstslide

tong en tanden
glazuur = harde buitenste laagje tanden/ kiezen, kan aangetast worden door zuren van bacterien of koolzuurhoudende/ zure frisdranken en voeding (herstelt nooit meer)

fluor verhard het glazuur

tong = spier, receptoren voor zoet/zuur/zout/bitter/umami (andere smaken ruik je, maar proef je niet)

Slide 7 - Tekstslide

slikken

Slide 8 - Tekstslide

12.3.2 slokdarm
peristaltiek = knijpbewegingen die voedsel vooruit duwen

kringspieren en lengtespieren trekken om de beurt samen 

peristaltische bewegingen ook in de maag en darmen

Slide 9 - Tekstslide

12.3.2 maag
  • rekbaar (kan veel voedsel in)
  • sterke peristaltische bewegingen
  • wand produceert maagsap (2,5L/ 24h)
  • maagsap = pepsine + zoutzuur + slijm
  • zoutzuur pH 1,5 - doodt bacterien
  • slijm beschermt maagwand tegen zoutzuur (niet genoeg dus cellen maagwand vervangen zichzelf iedere 3 dagen)
  • pesine verteert eiwitten tot peptiden


Slide 10 - Tekstslide

juist of onjuist?
Het kauwen van voedsel noem je mechanische vertering.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Juist of onjuist?

Het opknippen in het darmkanaal van grote moleculen tot kleinere moleculen noem je mechanische vertering.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist?

De inwerking van speeksel op het voedsel in de mond noem je chemische vertering.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Juist of onjuist?

Een functie van maagzuur is het doden van bacteriën.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

aan de slag

mindmap 12.1 en 12.2
begrippenlijst 12.1 en 12.2
basiskennisvragen 12.1 maken en nakijken

Slide 15 - Tekstslide

lees 12.3.3 en 12.3.4 en maak aantekening op papier van de uitleg

Slide 16 - Tekstslide

12.3.4 maagportier
De kringspier tussen de maag en de darmen.

Twaalfvingerige darm = eerste stukje darm na de maag (12 duim/ 30cm lang)

Gaat open als eten ertegen duwt. 
Gaat daarna pas weer open als de zure brei minder zuur is geworden door het alvleessap wat er in de 12-v darm bij komt. (ongeveer 10 min)

Slide 17 - Tekstslide

12.3.4 12-v darm
afvoerbuizen vanaf de alvleesklier en galblaas

alvleessap - pH8 (bicarbonaat) en enzymen die koolhydraten, vetten en eiwitten (verder) verteren

lage pH neutraliseert maagsap en bij deze pH werken de enzymen het beste

Slide 18 - Tekstslide

Wat gebeurt er met pepsine uit het maagsap als het in de twaalfvingerige darm is aangekomen?

Slide 19 - Open vraag

12.3.4 galblaas
lever produceert gal 
de galblaas slaat het op

gal EMULGEERT vetten, werkt dus als een soort zeep

hierdoor kunnen de vetverterende enzymen (lipase) uit alvleesap er veel beter bij en hun werk doen

Slide 20 - Tekstslide

Waaruit bestaat gal?

Slide 21 - Open vraag

Juist of onjuist.
Gal verteert vetten.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

12.3.5 dunne darm
  • 5 m lang
  • vertering wordt hier afgerond door enzymen in darmsap
  • dit levert monosachariden, vetzuren, glycerol en aminozuren op


Slide 23 - Tekstslide

welke enzymen zitten in dunne darmsap ?
(gebruik de namen van deze enzymen)

Slide 24 - Woordweb

opppervlaktevergroting
In de dunnen darm worden de voedingsstoffen opgenomen = resorptie

Bouw darmwand zorgt voor oppervlaktevergroting (32m2)

darmplooien - darmvlokken - microvilli (uitstulpsels darmcellen)

Slide 25 - Tekstslide

resorptie
resorptie = opname voedingsstoffen (behalve water) d.m.v. actief transport

de stoffen worden opgenomen door fagocytose en afgegeven aan de weefselvloeistof

vanuit de weefselvloeistof wordt het opgenomen in de haarvaten in de dunne darm wand

Slide 26 - Tekstslide

noem alle verteringsproducten die in de dunne darm kunnen worden opgenomen

Slide 27 - Woordweb

Bij de overgang van de slokdarm naar de maag verandert de pH van ongeveer 7 naar ongeveer 2. Dit wordt veroorzaakt door:
A
het splitsen van moleculen in het voedsel, waardoor er zuurgroepen ontstaan
B
de maagsapklieren die HCl afscheiden in de maagholte
C
bacteriën die zuren afscheiden

Slide 28 - Quizvraag

Bij de overgang van de maag naar de twaalfvingerige darm verandert de pH van ongeveer 2 naar ongeveer 8. Dit wordt veroorzaakt door:
A
het splitsen van moleculen in het voedsel, waardoor er basische groepen ontstaan.
B
de alvleesklier die carbonaten afscheidt, waardoor de zure maaginhoud wordt geneutraliseerd.
C
de gal die zuur bindt.
D
de vetten die gesplitst worden waardoor er heel veel vetzuren ontstaan die zorgen voor een hoge pH.

Slide 29 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Gal bevat verteringsenzymen.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Gal wordt geproduceerd in de lever.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Gal is een bloedafbraakproduct.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Gal is een ander woord voor lipase.
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Gal emulgeert vetten.
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Welke verteringsproducten worden opgenomen door de dunne darm?
A
enkelvoudige suikers, vetten, DNA en aminozuren
B
alle suikers, vetzuren, fosfaten en aminozuren
C
enkelvoudige suikers, vetzuren, stikstofbasen en aminozuren
D
enkelvoudige suikers, vetzuren, RNA, stikstofbasen en aminozuren

Slide 35 - Quizvraag

aan de slag
lezen 12.3.5 
maken en nakijken basiskennisvragen 12.3
maken begrippenlijst 12.3
maken mindmap 12.3

Slide 36 - Tekstslide

dikke darm
  • 1,5 m
  • blinde darm - appendix
  • endeldarm - anus
  • darmflora
  • vitamine K en water resorptie
  • ontlasting = ontverteerde voedselresten, darmbacterien, afvalstoffen, water, slijm

Slide 37 - Tekstslide

aan de slag
lezen 12.3.5 
maken en nakijken basiskennisvragen 12.3
maken begrippenlijst 12.3
maken mindmap 12.3
biologiepagina.nl oefenen en uitlegvideo's

Slide 38 - Tekstslide