9. 11 feb: literatuur les 8, 9, 10

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek, theorieboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek, theorieboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
  • Startopdracht
  • Huiswerk bespreken
  • Literatuur: nieuwe stijlfiguren en begrippen
  • Aan de slag

Vandaag dinsdag 11 februari:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Nieuwe lesstof                      Herhalende lesstof:







Communicatie: 
les 19, 20, 21, 22

Literatuur: 
les 5, 6, 8, 9, 10 + 
begrippen 156-159
Communicatie: 
les 2, 3, 4, 5, 6

Literatuur: 
les 1, 2, 3

Slide 3 - Tekstslide

vwo
Leerdoelen
  1. R: Ik weet dat dichters de werkelijkheid buiten de echte wereld willen oproepen. 
  2. T1: Ik kan vormen van beeldspraak herkennen en benoemen.  


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Schrijf deze tabel over in je schrift. 





  • Straks zie je 3 gedichten in de openbare ruimte. Per gedicht geef je aan wat er gebeurt met de witruimte, grootte van de letters en of de tekst gelijk verdeeld is over de pagina.  
1
2
3
Witruimte
Grootte letters
Tekst verdeeld over pagina

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Wat is het resultaat? 
1
2
3
Witruimte
Grootte letters
Tekst verdeeld over pagina

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Wat is het resultaat? 
1
2
3
4
5
Witruimte
Grootte letters
Tekst verdeeld over pagina?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proza

  • Lopende tekst
  • De tekst wordt niet onderbroken door witregels

Poëzie

  • De regels mogen worden afgebroken als de schrijver dat wil
  • De schrijver bepaalt wanneer een zin afgebroken wordt
  • Vaak wordt er gebruik gemaakt van veel wit

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poëzie: 
De dichter beslist waar een zin eindigt.
Proza
De tekst is gelijk verdeeld over de hele pagina.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 1 Het argumentatieschema is het verband dat bestaat tussen standpunt en argument.

  • 2 a Het verzwegen argument laat het verband zien tussen het standpunt en het argument. Het maakt duidelijk of het gaat om een argumentatie op basis van kenmerken, van vergelijking of van causaliteit.
  • b Er zijn bij ieder schema ‘standaardvragen’ te stellen. Als je weet welk schema het is, dan weet je ook welke vragen je kunt stellen om het schema (de redenering) aan te vallen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 3 Wanneer je een voorbeeld gebruikt in een argumentatie, dan doe je dat omdat dat voorbeeld relevante kenmerken heeft die jouw standpunt ondersteunen. Datzelfde geldt voor voor- en nadelen, die zijn ook kenmerkend voor het dilemma of het probleem. Beide argumentaties zijn verfijningen van de groep ‘argumentaties op basis van kenmerken’. De mogelijke aanval is voor al deze schema’s dan ook hetzelfde. 

  • 4 In een argumentatieschema gaat het om het verband tussen het (verzwegen) argument en de conclusie. In een argumentatie structuur gaat over welke plaats argumenten ten opzichte van elkaar hebben. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuur: Hst 8, 9, 10 
Maak aantekeningen!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Beeldspraak: taalgebruik waardoor een beeld zichtbaar wordt. 
Woorden hebben een brugfunctie > ze dragen de betekenis over. 

Voorbeelden van beeldspraak:
  • Metafoor: het beeld wordt genoemd, de werkelijkheid niet. > Zij heeft een hart van goud (b). Geen w

  • Vergelijkingen met verbindingswoord: De auteur geeft een beeld (b) om iets uit de werkelijkheid (w) te omschrijven. > Je ziet (w) eruit alsof je nog slaapt (b).

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Beeldspraak: taalgebruik waardoor een beeld zichtbaar wordt. 

  1. Wat is het beeld dat je krijgt over de leeftijd van de meisjes?
  2. Wanneer schrijft een dichter dit? 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Pak je oefen- en theorieboek erbij en maak opdracht 4abc. Schrijf je antwoorden in je schrift.
  • Klaar? Lees hst 8 en 9 op pg 148-151.
timer
7:00

Slide 22 - Tekstslide

tot hier gekomen
Communiceren doe je samen 2
Antwoorden bespreken (pg 148, opdracht 4)
  • a Bijvoorbeeld: Het woord ‘stitti’ (regel 3) zal waarschijnlijk teruggaan op ‘city’, ‘sjoef habibi’ (regel 5) is Marokkaans voor ‘Kijk dan, schatje!’ (Shouf Shouf Habibi! was de titel van een Nederlandse film uit 2004) en ‘takki, takki, poep’ lijkt te verwijzen naar een soort zelfgemaakt Afrikaans.
  • b ‘Glas’ verwijst naar het raam. Het raam is een metafoor voor het leven binnenshuis van de oude man.
  • c ‘Bokito’ is een gorilla die in Diergaarde Blijdorp verblijft. Hij kwam in 2007 in het nieuws toen hij ontsnapte uit zijn verblijf en een vrouw, die hem bijna dagelijks bezocht, zwaar verwondde. De metafoor verwijst naar jonge mannen die machogedrag vertonen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
  • d De droom van het lyrisch ik is dat Rotterdam weer wordt zoals de stad vroeger was. Met de titel van het gedicht verwijst de dichter overigens naar de gevleugelde woorden ‘I have a dream’ in de beroemde rede van Martin Luther King op 28 augustus 1963, waarin hij opkwam voor de rechten van de gekleurde bevolking van Amerika.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Nog twee andere stijlfiguren: 
  • personificatie
  • synesthesie

Nieuw begrip belangrijk bij poëzie:
  • Lyrisch ik

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Personificatie
  • Letterlijk: 'een persoon van iets maken'
  • Er worden menselijke eigenschappen toegeschreven aan 'dingen'.

 
Bijvoorbeeld:
  • Het schilderij wil ons laten zien hoe mensen vroeger leefden.
  • Vraag jezelf af: 
  • Wil het schilderij ons iets laten zien? Kan een schilderij dat? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Synesthesie
  • twee soorten zintuigelijke waarnemingen worden vergeleken
  • Zintuigen: voelen, proeven, ruiken, horen, zien

Bijvoorbeeld:
  • Haar zinnen bestaan uit zijden woorden. 
  • zijden = stof > voelen   +    woorden > horen 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Lyrisch ik
  • Met 'ik', 'mij' is een ik-persoon aan het woord. 
  • Deze 'ik' kan de schrijver zelf zijn. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Lyrisch ik
  • Met 'ik', 'mij' is een ik-persoon aan het woord. 
  • Deze 'ik' kan de schrijver zelf zijn. 
Voor de liefste onbekende
Paul Éluard

Wat ben ik blij dat ik je nog niet ken. 
Ik dank de sterren en de maan
dat iedereen die komt en gaat
de diepste sporen achterlaat, behalve jij, 
dat jij mijn deur, dicht of open,
steeds voorbijgelopen bent

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Zelf aan de slag

Maak opdracht 4d en 2 op pg 148 van je oefenboek. 
Gebruik het gedicht uit je handboek op pg 148. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
beeldspraak: 
vergelijkingen met verbindingswoord
metafoor
personificatie
synesthesie

Lyrisch ik

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Besproken begrippen over stijlfiguren en beeldspraak uit de literatuur:
  • beeldspraak
  • vergelijkingen met verbindingswoord
  • metafoor
  • personificatie
  • synesthesie

  • Lyrisch ik

  • paradox
  • retorische vraag
  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag
  • Meer begrippen komen nog

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies