redekundig ontleden meewerkend voorwerp

meewerkend voorwerp
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

meewerkend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

hoe zat het ook alweer?
pv
zinsdelen
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 2 - Tekstslide

wat is de pv in deze zin?
De fiets stond midden op straat geparkeerd.
A
fiets
B
stond
C
straat
D
geparkeerd

Slide 3 - Quizvraag

wat is het wg in deze zin?
De fiets stond midden op straat geparkeerd.
A
fiets
B
stond
C
geparkeerd
D
stond geparkeerd

Slide 4 - Quizvraag

wat is het onderwerp in deze zin?
De fiets stond midden op straat geparkeerd.
A
De fiets
B
fiets
C
op straat
D
straat

Slide 5 - Quizvraag

Zoek het lijdend voorwerp!
Shirley kocht zes rozen voor haar vriend voor Valentijnsdag.
A
rozen
B
zes rozen
C
haar vriend
D
Valentijnsdag

Slide 6 - Quizvraag

het meewerkend voorwerp
Zoek eerst pv, zinsdelen, wg, o en lv!

Slide 7 - Tekstslide

het meewerkend voorwerp
Zoek eerst pv, zinsdelen, wg, o en lv!
Maak de vraag:
aan/voor + wie/wat + wg + o + lv?

Slide 8 - Tekstslide

het meewerkend voorwerp
Zoek eerst pv, zinsdelen, wg, o en lv!
Maak de vraag:
aan/voor + wie/wat + wg + o + lv?
De koning gaf Esmee een bos bloemen.
Aan (voor) wie (wat) gaf de koning een bos bloemen?

Slide 9 - Tekstslide

het meewerkend voorwerp
Zoek eerst pv, zinsdelen, wg, o en lv!
Maak de vraag:
aan/voor + wie/wat + wg + o + lv?
De koning gaf Esmee een bos bloemen.
Aan (voor) wie (wat) gaf de koning een bos bloemen?
Het antwoord op deze vraag is het meewerkend voorwerp.
aan Esmee

Slide 10 - Tekstslide

Andere manier: de aan/voor-proef

  • je kunt aan of voor toevoegen aan een zinsdeel
  • je kunt aan of voor weglaten bij een zinsdeel

Ik gaf het boek aan Anna.
Ik gaf Anna het boek.

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk de zin:
Shirley kocht zes rozen voor haar vriend voor Valentijnsdag.

Slide 12 - Tekstslide

Zoek het meewerkend voorwerp!
Shirley kocht zes rozen voor haar vriend voor Valentijnsdag.
A
zes rozen
B
voor haar vriend
C
haar vriend
D
voor Valentijnsdag

Slide 13 - Quizvraag

Bekijk de zin
De kleine jongen gaf de reus geen kans meer.

Slide 14 - Tekstslide

Zoek het meewerkend voorwerp.
De kleine jongen gaf de reus geen kans meer.
A
de kleine jongen
B
de reus
C
geen kans
D
er is geen meewerkend voorwerp

Slide 15 - Quizvraag

Bekijk de zin
Ik hou van de bloemen en planten aan mijn balkon.

Slide 16 - Tekstslide

zoek het lijdend voorwerp
Ik hou van de bloemen en planten aan mijn balkon.
A
mijn balkon
B
aan mijn balkon
C
van de bloemen en planten
D
er is geen meewerkend voorwerp

Slide 17 - Quizvraag

maak opdracht 5, 6, en 7 
hoofdstuk 4.4

Slide 18 - Tekstslide

Hoe vond je het gaan?
A
ik denk dat ik het helemaal begrijp.
B
ik vond het goed gaan, maar vind het wel moeilijk.
C
ik vind het moeilijk en heb meer oefening nodig
D
ik begrijp er nog niet zo veel van.

Slide 19 - Quizvraag