Vergroten van oppervlakte en inhoud 2223

Voorkennis:
Ik kan de oppervlakte berekenen van een vlak figuur 
(rechthoek, driehoek, parallellogram, cirkel)

Ik kan een vergrotingsfactor berekenen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voorkennis:
Ik kan de oppervlakte berekenen van een vlak figuur 
(rechthoek, driehoek, parallellogram, cirkel)

Ik kan een vergrotingsfactor berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Vergrotingsfactor berekenen
vergroten     >>>>       groot : klein
verkleinen    >>>>       klein : groot

Driehoek PQR wordt vergroot naar ABC
Zijde PQ komt overeen met zijde AB
Vergrotingsfactor = 10 : 4 = 2,5
AC = 3,8 x 2,5 = 9,5     en BC = 4,2 x 2,5 = 10,5

Slide 2 - Tekstslide

Vergrotingsfactor:
Lengte beeld : lengte origineel

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen van 7.5:
  • Ik kan met behulp van de vergrotingsfactor de oppervlakte berekenen van een vergroting berekenen.
  • Ik kan bij twee gegeven oppervlaktes de bijbehorende vergrotingsfactor berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         4cm
4cm




8cm




De vergrotings-
factor is 2 

Slide 5 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         4cm
4cm




8cm




  2 x 4 = 8cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 4 
De oppervlakte van de kleine rechthoek

Slide 6 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         4cm
4cm




8cm




De vergrotings-
factor is 2 
De vergrotingsfactor in het kwadraat

Slide 7 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         4cm
4cm




8cm




2 x 2 = 2² = 4 
De vergrotings-
factor is 2 

Slide 8 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         4cm
4cm




8cm




De vergrotingsfactor van de oppervlakte is 4

Slide 9 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         4cm
4cm




8cm




8cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 4 
De oppervlakte van de kleine rechthoek keer de vergrotingsfactor

Slide 10 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         4cm
4cm




8cm




Dus om van een normale factor naar een oppervlakte factor te gaan zet je de normale factor in het kwadraat. 

Slide 11 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm




De vergrotings-
factor is 3

Slide 12 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm
  2 x 4 = 8cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 32
De oppervlakte van de kleine rechthoek

Slide 13 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm
8 x 32 = 72cm²

en dat klopt: 6 x 12 =72cm² 
8cm²              72cm²
De vergrotings-
factor voor de oppervlakte is 32 

Slide 14 - Tekstslide

Vergroting oppervlaktes
2cm                         6cm
4cm




12cm




De vergrotingsfactor van de oppervlakte is 32

Slide 15 - Tekstslide

Bereken de oppervlakte van de vergroting. Geef je antwoord in 1 decimaal.

Slide 16 - Open vraag

Nakijken som 53 en 55

Slide 17 - Tekstslide

Oppervlakte vergroten:
vergrotingsfactor ^2 x opp origineel

Slide 18 - Tekstslide

Van oppervlakte naar vergrotingsfactor
  • De twee harten zijn gelijkvormig
  • De vergroting van de oppervlakte is:

  • 48:3 = 16


  • De vergrotingsfactor = 4



 
16=4

Slide 19 - Tekstslide

Dus bij oppervlakte:
Vergrotingsfactor en oppervlakte


opp. beeld = vergrotingsfactor2 x opp. origineel

vergrotingsfactor =

Slide 20 - Tekstslide

Bereken de vergrotingsfactor van de kleine ster naar de grote ster

Slide 21 - Open vraag

Van oppervlakte naar vergrotingsfactor=
(Opp beeld / opp origineel)

Slide 22 - Tekstslide

Maken sommen:
56 t/m 62 (eigen route) 
15 minuten

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen van 7.6:
  • Ik kan met behulp van de vergrotingsfactor de inhoud berekenen van een vergroting.
  • Ik kan met behulp van twee gegeven inhouden de bijbehorende vergrotingsfactor berekenen.

Slide 24 - Tekstslide

Vorige les
Vergrotingsfactor en oppervlakte


opp. beeld = vergrotingsfactor2 x opp. origineel

vergrotingsfactor =

Slide 25 - Tekstslide

De vergrotingsfactor is 4. Wat is de oppervlakte van het schilderij in het echt?
oppervlakte = 5 cm2
A
20cm²
B
25cm²
C
80cm²
D
100cm²

Slide 26 - Quizvraag

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2cm




?

Slide 27 - Tekstslide

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2cm




De vergrotings-
factor is 2 

Slide 28 - Tekstslide

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2 x 2 x 2 = 2³ = 8
2cm




De vergrotings-
factor is 2 

Slide 29 - Tekstslide

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2cm




De vergrotings-
factor voor de inhoud is 23 
De vergrotings-
factor voor de inhoud is 23 

Slide 30 - Tekstslide

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2cm




De vergrotings-
factor voor de inhoud is 23 
De vergrotings-
factor voor de inhoud is 23 

Slide 31 - Tekstslide

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2cm




De vergrotings-
factor voor de inhoud is 23 
2 x 2 x 4 = 16cm³ 
De inhoud van de kleine balk

Slide 32 - Tekstslide

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2cm




De vergrotings-
factor voor de inhoud is 23
2 x 2 x 4 = 16cm³ 

Slide 33 - Tekstslide

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2cm




De vergrotings-
factor voor de inhoud is 23
16 x 23 = 128cm³
De inhoud van de kleine balk x de vergrotingsfactor3 =  inhoud grote balk

Slide 34 - Tekstslide

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2cm




De vergrotings-
factor voor de inhoud is 23


De vergrotingsfactor = 

Slide 35 - Tekstslide

Vergroting inhoud
2cm                                   4cm
4cm




8cm




2cm




De vergrotings-
factor voor de inhoud is 23


De vergrotingsfactor = 

Slide 36 - Tekstslide

Er is een kubus met een inhoud van 27cm³. En de vergrotingsfactor is 2. Wat zou dan de inhoud zijn van de grotere kubus?
A
54 cm³
B
108 cm³
C
216 cm³
D
39 366 cm³

Slide 37 - Quizvraag

De inhoud van de kleine kubus is 8 cm³. De inhoud van de grote kubus is 216 cm³.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
2
B
3
C
9
D
27

Slide 38 - Quizvraag

Huiswerk:
56 – 76 (route)
Leren alles tot nu toe!
Maandag gaan we herhalen!

Slide 39 - Tekstslide