Verstandelijke beperkingen

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstandelijke beperking (definitie)
- IQ (getal dat cognitief functioneren in brede zin weergeeft)  < 70 (100 = gemiddeld)
- Beperkingen op gebied van…
  ...het conceptuele (onderwijs)domein; o.a. geheugen, taal, lezen, schrijven, rekenkundig 
   redeneren, het verwerven van praktische kennis, probleem oplossen en het beoordelen 
   van nieuwe situaties
  ...het sociale domein; besef van de gedachten, gevoelens en ervaringen van anderen 
    (empathie), interpersoonlijke communicatieve vaardigheden, het vermogen om 
     vriendschap te sluiten en het sociale oordeelsvermogen.
  ...het praktische domein; leervermogen en zelfmanagement (bv. zelfverzorging, werk, 
    geldbeheer, vrijetijdsbesteding, zelfmanagement van gedrag, en het plannen van taken)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstandelijke beperking

Mensen met een verstandelijke beperking:

- Hebben een lager niveau dan leeftijdsgenoten
- Hun ontwikkeling verloopt trager en loopt achter 
- Het denken gaat anders of minder snel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mogelijke oorzaken van een verstandelijke beperking?


Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
Tijdens het leven
- Hersen(vlies)ontsteking
- Hersenbeschadiging door ernstige ongevallen 
- Medicijnen / vergiftigingen
- Ernstige verwaarlozing gedurende lange tijd 
- Mishandeling
Tijdens zwangerschap
- Infecties
- Vergiftiging
- Slecht functionerende placenta / gebrek O2 en voeding
- Straling (bestraling, röntgen, radioactiviteit)

Tijdens/ rondom geboorte
- Zuurstof gebrek
- kernicterus
- hersenbloeding
Meer risico bij prematuriteit
Afwijkingen in het genetisch materiaal (chromosomaal of genetisch)

Slide 7 - Tekstslide

Afwijkingen in het genetisch materiaal (chromosomaal of genetisch)

Pre-nataal
- Infecties (rode hond, cytomegalovirus, toxoplasmose, herpes)
- Vergiftiging (medicatie, drugs, alcohol)
- Slecht functionerende placenta / gebrek O2 en voeding (DM, zwangerschapsvergiftiging, placentaloslating, ondervoeding)
- Straling (bestraling, röntgen, radioactiviteit)

Perinataal
- Zuurstof gebrek (= asfyxie), bijv door hartstilstand
- kernicterus
- hersenbloeding
Meer risico bij prematuriteit

Postnatale oorzaken
- Hersen(vlies)ontsteking
- Hersenbeschadiging door ernstige ongevallen (vallen, stikken, verdrinken)
- Medicijnen / vergiftigingen (schoonmaakmiddelen, giftige planten etc)
- Ernstige verwaarlozing gedurende lange tijd (gebrek aan stimuli en/ of voedingsstoffen)
- Mishandeling (mechanisch geweld / shaken baby syndroom)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ondersteun je mensen met een matige verstandelijke beperking?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen mensen met een matige verstandelijke beperking een relatie aangaan en onderhouden?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leert niet door te denken of waar te nemen, maar door te doen en te ervaren...
A
Ernstige verstandelijke beperking
B
Lichte verstandelijke beperking
C
Matige verstandelijke beperking
D
Zeer ernstige verstandelijke beperking

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met een ernstige verstandelijke beperking
A
Kunnen zelfstandig wonen
B
Hebben een paar uur begeleiding op afstand nodig
C
Hebben 24 uur begeleiding nodig
D
Wonen in de wijk

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met een ernstige verstandelijke beperking....
A
Kunnen niet communiceren
B
Kunnen gewoon communiceren
C
Communiceren op een andere manier
D
Kunnen alleen met hun handen praten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb geleerd dat....

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies