Voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord
Voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord- Mijn moeder heeft de auto gewassen. De gewassen auto.
- De aardappels zijn aangebrand. De aangebrande aardappels.
- De toneelspeler is verkleed. De verklede toneelspeler.
Schrijf het bijvoeglijk naamwoord zo kort en eenvoudig mogelijk.