Bouwstenen

Voeding: Bouwstoffen voor je lichaam
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voeding: Bouwstoffen voor je lichaam

Slide 1 - Tekstslide

Planning
• Introductie
• Herhaling
• 7.2: Eiwitten, enzymen, vezels
• Werken aan 7.2

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
LD9: Je kent diverse bouwstoffen, hun bron en het belang voor je lichaam.

Je kunt:
- Uitleggen wat de belangrijkste bouwstoffen voor het lichaam zijn.
- Aangeven waaruit eiwitten zijn opgebouwd en waardoor de functie wordt bepaald.
- Uitleggen wat bedoeld wordt met essentiële aminozuren.
- Uitleggen wat de functie van enzymen is.
- De noodzaak en functie van Vitamines, vezels en mineralen uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Koolhydraten
Vet

Slide 4 - Sleepvraag

Eiwitten
Eiwitten
  • Bouwstenen van je lichaam
  • Vlees, melk, vis, ei, noten, peulvruchten (bonen & erwten), granen
  • Opgebouwd uit aminozuren

Slide 5 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten
  • Bouwstenen van je lichaam
  • Vlees, melk, vis, ei, noten, peulvruchten (bonen & erwten), granen
  • Opgebouwd uit aminozuren

Slide 6 - Tekstslide

Eiwitten
Aminozuren:
  • Bestaan uit C, O, H, N en soms S-atomen
  • Er zijn 20 verschillende aminozuren
  • 12 daarvan kan je lichaam zelf maken
  • De andere 8 haal je uit voeding = essentiële aminozuren
glycine
cysteïne

Slide 7 - Tekstslide

Eiwitten
Aminozuren:
  • Bestaan uit C, O, H, N en soms S-atomen
  • Er zijn 20 verschillende aminozuren
  • 12 daarvan kan je lichaam zelf maken
  • De andere 8 haal je uit voeding = essentiële aminozuren
glycine
cysteïne

Slide 8 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten
  • Opgebouwd uit aminozuren
  • Afbreken van eiwitten geeft weer aminozuren
  • Je lichaam maakt heel veel verschillende eiwitten
  • Welke aminozuren en de volgorde bepalen 
  • Eiwitten hebben allemaal een functie

Slide 9 - Tekstslide

Enzymen
  • Eiwitten die helpen chemische reacties in je lichaam sneller te laten verlopen
  • Bio-katalysator
  • Bijvoorbeeld het enzym dat zetmeel afbreekt tot glucose

Slide 10 - Tekstslide

Vezels
Vezels
  • Goed voor spijsvertering en geeft "vol gevoel"
  • Groente, fruit(schil), volkorenbrood, peulvruchten
  • Koolhydraten die niet worden afgebroken in het lichaam = onverteerbaar
  • Voorbeeld: cellulose lijkt op zetmeel, maar kan niet worden afgebroken

Slide 11 - Tekstslide

Vragen over eiwitten, aminozuren, enzymen en vezels?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide